Naar aanleiding van „Weerplicht voor Inlanders en [Aug. 1916.
uitgaat maar nagenoeg alle botsingen in het statenverkeer zijn
ontstaan uit begeerte naar de bezittingen van een ander en de ge
beurtenissen in den tegenwoordigen oorlog geven geen hoop op
verbetering in de toekomst.
Ten slotte geeft Schr. een beknopt overzicht over de organisatie
van het door hem voorgestelde weerplichtleger. Over vele daar be
handelde bijzonderheden zal verschil van meening bestaan, doch
zulks doet niets ter zake aan de verdienste van het ontwerp in zijn
geheel, dat in zijne groote lijnen hierboven besproken is. Moge
Schr. de voldoening hebben, dat zijne denkbeelden de aandacht
zullen vinden, welke zij ruimschoots verdienen en dat met spoed
aan de afdoende regeling van de verdediging van Aziatisch Ne
derland begonnen worde.
P.
903
SAMENSTELLING VAN DE WEERMACHT IN NeDERLANDSCH-INDIE".
1) Ver. t. b. v. d. Krijgsw., 1918—1914," blz.501.
