Overzicht van eenige Buitenlandsche Tijdschriften. [Aug. 1916.
die het geval der kolonels Egli en von Wattenwyl verwekte, de
verschillende gevoelens ten aanzien der oorlogvoerenden, die bij
Romaansche en Germaansche Zwitsers tot uiting komen. De bewer
ker dezer kroniek constateert, dat in het leger de grootste eensge
zindheid heerscht en men er zelfs geen schijn van verdeeldheid of
twist zal vinden.
In de „Chronique frangaise" treft ons de mededeeling, dat de
oorlog reeds meer dan de helft der Fransche generaals heeft ver
sleten. Men vraagt zich af, zegt de chroniqueur, hoe het mo
gelijk is, dat zoovelen de hoogste posten hebben kunnen bereiken,
met gebrek aan kennis, karakter, inzicht. Of zou men soms het ge
brek aan goed geluk hebben willen straffen en op de wijze van
Frederik den Grooten slechts hen begunstigen, die succes behaalden?
Vae victis!
United Service Magazine (Mei 1916) „Admiral" geeft in zijn
artikel „The Navy and the War" wederom een relaas van de actie
der Britsche vloot.
Hij vermeldt daarbij o. a. het gevecht tusschen den Duitschen
raider „Greif" en de Britsche hulpkruiser „Alcantara". Hoewel niet
werd vastgesteld, dat de „Greif" onder valsche vlag vocht, schijnt
dit schip de Noorsche kleuren op haar boord te hebben gevoerd,
zooals de meeste neutrale schepen onder de tegenwoordige om
standigheden de landskieuren op den scheepsromp geschilderd hebben.
Een gebruik van neutrale kleuren door belligerenten vermindert
uiteraard de veiligheid van de neutrale scheepvaart en vormt boven
dien een ongeoorloofde krijgsstreek ten nadeele van den tegenstander.
De verbetering van het torpedo-wapen heeft de beteekenis van
de vlagvoering vergroot; één torpedo kan het naderende schip
doen zinken, zonder dat het eenigen tegenstand kan bieden. „Admiral"
dringt er op aan, dat het zeerecht, wanneer wij weer eens tot eene
beschaafde wijze van oorlogvoering terugkeeren, zal voorschrijven
binnen 5 mijlen de ware vlag te toonen. De schrijver meent, dat
bij de actie in Mesopotamië meer nut van de marine ware te
trekken geweest, dan geschied is, maar, zegt hij, de Indische auto
riteiten weten eene maritieme actie zelden te waardeeren en beschou
wen de schepen zuiver als transport-schepen en de marine als
handlanger der landmacht.
Niet tevreden is de schrijver over het feit, dat bij de oorlogscon
ferentie te Parijs, de marine zoo op den achtergrond bleef. De
eenige zeeman op die conferentie van 30 leden was de Fransche
marineminister Lacaze, zoodat wij daaruit mogen besluiten, zegt
„Admiral", dat deze oorlog voor 1/30 zeeoorlog is.
923