Aug. 1916.] Overzicht van eeniqe Buitenlandsche Tijdschriften.
Het artikel bevat verder een woord van lof voor de marine, naar
aanleiding van de welbewezen diensten bij de wederinscheping der
troepenmacht op Gallipoli onder moeielijke omstandigheden.
Ten slotte geeft het cijfers betreffende de gevolgen van den
U-boot-oorlog, de daarin geleden verliezen en de ondanks die ver
liezen beschikbare tonnenmaat der Britsche handelsmarine.
In de „War notes" wijst captain Johnstone op de uitbreiding, die
het Britsche front op het westelijk oorlogstooneel onderging. Hij
berekent, dat de frontlengte van 70 mijlen eene troepensterkte
van 1,232,000 man eischt. Weliswaar, wordt het als ongewenscht
beschouwd zulke cijfers te noemen, maar een ieder, de Duitschers
inbegrepen, kan deze berekening maken.
Men vraagt algemeen, waarom de Engelschen tijdens den Duit-
schen aanval op Verdun niet tot het offensief overgingen, hetzij
om de Fransche verdedigers dier vesting te ontlasten, hetzij om de
voor dien aanval elders verzwakte Duitsche liniën te doorbreken. Het
lag echter, zegt Johnstone, waarschijnlijk niet in het plan der geal
lieerden, om een einde te maken aan den aanval op Verdun, die
den Duitschers zooveel menschen en munitie kostte en nog kost.
De groote aanval der geallieerden verwacht hij met eenige waar
schijnlijkheid, als het leger van den kroonprins voor Verdun vernietigd
of gedemoraliseerd is.
De schrijver schat, dat Duitschland in Mei 1916 over ongeveer
80 Zeppelins beschikte, waarvan de helft gereserveerd voor de raids
naar Engeland. Hij komt tot de conclusie, dat nachtelijke raids alleen
door luchtschepen bestreden kunnen worden.
„Naval history essay, 1014" behandelt het optreden der Britsche
marine gedurende de revolutie-oorlogen en het Napoleontisch tijdperk.
In „War and Government" beklaagt „an officer" zich, dat de lei
ding der Britsche politiek in dezen oorlogstijd zoo geheel buiten
de militaire autoriteiten om gaat „When we think on the twenty-
three civilians and Lord Haldane bij whom we are governed to
day well may we groan in spirit!"
Aan de eischen, die de oorlogstoestand stelt, wordt daardoor veelal
te kort gedaan, meent schrijver. Lord Kitchener aan het hoofd van
het departement van oorlog was the right man on the right place,
maar waarom ook niet een zeeman benoemd tot First Lord of the
Admiralty? Waarom een jurist op die plaats?
„An officer" bespreekt verder, wat hij noemt Diutschlands streven
naar de wereldheerschappij, de zorg, die "de Duitsche regeering
voor leger en vloot had en hoe men in Engeland voor het dreigend
gevaar geen o0gen had.
924