Aug. 1916 De herziene Rechtspleging Bij de Landmacht.
hierop nogmaals gehoord worden (recolement)van zijne volhar
ding of van zijne herroeping wordt dan aanteekening gehouden
De officier-commissaris zal bij het verhoor van beklaagde steeds
voor oogen houden, dat naast het ontdekken van beklaagde's schuld
ook alles wat tot ontlasting van dezen dienen kan, moet worden na
gegaan 2).
Mr. J. A. Nederburgh (hoofdstukken over strafvordering voor N. I.
tweede gedeelte blz. 78 e. v.) neemt de verplichting van beklaagde aan
„om met den rechter mee te werken tot vaststelling der waarheid door
„het geven der inlichtingen, die hij verstrekken kan, door de bewijsmid-
„delen die daartoe kunnen dienen, aan te duiden, voorzoover hem bekend,
„en af te geven, voorzoover hij daarover beschikking heeft—in één woord
„hij is verplicht zoo volledig te antwoorden en zich te verantwoorden
„als noodig is om den rechter in staat te stellen de zaak van alle kanten
„bezien en te beoordeelen."
1) Het mag verwonderlijk heeten, dat men in de Nederlandsche wet
geving het recolement gehandhaafd heeft, daar het toch wel bekend moest
zijn, dat het als eene nuttelooze formaliteit in de practijk op zij is gezet;
men vraagt namelijk onmiddellijk na het verhoor van beklaagde of hij
bij zijne verklaring blijft.
Het Reglement spreekt alleen van recolement bij bekentenis in het eerste
verhoor, maar men mag aannemen, dat zulks ook geldt voor latere ver-
hooren.
Bekentenis van den beklaagde van den rechter maakt de behandeling der
zaak eenvoudig, daar zij op zich zelf volledig bewijs opleveren kan van
hetgeen zij inhoudt, mits zij vergezeld gaat van eene bepaalde en nauw
keurige opgave van omstandigheden, welke, hoe dan ook, hetzij door
de verklaring van dengene, tegen wien het feit gepleegd is, dan wel
door andere bewijsmiddelen buiten de bekentenis om bevestigd worden.
De leer van den Hoogen Raad gaat zoover, dat dit Hooge College de
verklaring van den persoon, tegen wien dit feit is gepleegd, ook al wordt
zij buiten eede afgelegd, voldoende acht.
Het is duidelijk, dat de bekentenis voor den officier-commissaris gedaan,
als eene gerechtelijke bekentenis moet beschouwd worden, eene herroe
ping maakt haar alleen dan krachteloos, als zij op aannemelijke gronden
is geschied (artikel 385 Ind. Sv.).
Naast bekentenis staat de erkenteniswaaronder te verstaan valt elke
opgave van den beklaagde omtrent door hem verrichte of waargenomen
feiten; bevat deze erkentenis nu al het ten laste gelegde dan heeft men
de bekentenis (Mr. J. A. Nederburgh, Hoofdstukken enz. 2e gedeelte blz. 183).
2) Het voorschrift, dat als beklaagde zich op zijn alibi beroept dan
wel verzachtende of verschoonende omstandigheden aanvoert, de officier-
810