Studiën) 1916.
3de.
smeltingswarmte
4 de.
verdampingswarmte
5de.
soortelijke warmte;
6de.
oversmelting,
7de.
oplossingswarmte
b. Hoe verklaart ge het verschijnsel; dat de soortelijke warmte
van een gas bij constanten druk grooter is dan bij constant
volumen
2de vraag (M uur).
2 a. Welke^ slingerwetten kent ge? Hoe lang is de seconde
slinger op eene plaats, waar de versnelling van de zwaarte
kracht 932 c.M is?
b. Hoe groot is het arbeidsvermogen van beweging van een
lichaam met een massa van 20 Gram en een snelheid van
100 Meter?
3de vraag (H uur).
3. Beschrijf en verklaar eenige verschijnselen, welke betrek
king hebben op den evenwichtstoestand der vloeistoffen
(hydrostatica)?
4de Vraag (H uur).
4. a. Wat is het „luchtledig van Torricelli"? Hoe groot is de
luchtdruk per c.M2
b. Volgens welke methoden bepaalt men de soortelijke gewich
ten van vloeistoffen?
939
EXAMEN VuOR DE HOOGERE KRIJGSSCHOOL (INTENDANCE (Aug. 1916.