Aug. 1916] De herziene Rechtspleging bij de Landmacht. commissaris alsnog een nader onderzoek te houden, met voort zetting der zaak op een' lateren rechtsdag. Is nu tenslotte het onderzoek voor gesloten verklaard, dan is het oogenblik aangebroken, waarop de auditeur aan het woord komt, om zijne schriftuur van eisch in te dienen 1 820 1) Hierbij valt te onderscheiden de voordracht-, bevattende eene uiteen zetting der feiten, zooals die uit de informatiën en het onderzoek ter terechtzitting zijn gebleken, alsmede een betoog over de schuld van be klaagde gegrond op hetgeen door dezen bekend dan wel wat bewezen is, terwijl het eind van het requisitoor de conclusie bevatten moet, welke door den auditeur ter terechtzitting behoort te worden'voorgelezen. Deze conclusie bevat öf eene schuldig verklaring dan wel vrijspraak van den beklaagde.in het eerste geval zal de auditeur behalve het artikel van de wet (of wetten) ook nog de op te leggen straf hebben aan te geven. De Nederlandsche tekst spreekt van schuld of onschuld, welke tegenstel ling het Indische Ontwerp niet heeft overgenomen, omdat letterlijk opge vat, niet voorzien is In het geval, dat het bewijs van beklaagde's schuld niet geleverd is, maar ook van zijne onschuld niet is gebleken. Hierom en tevens om op dit punt de noodige overeenstemming te verkrijgen tusschen de bepalingen over de beraadslagingen ten aanzien van het te vellen vonnis en dit artikel heeft men gemeend deze wijziging te moeten aanbrengen. Het Regiement: kent alleen schuldigverklaring of vrijspraakvrijspraak als niet uit wettige bewijsmiddelen bij den auditeur-militair de overtuiging is ontstaan, dat beklaagde het ten laste gelegde feit heeft gepleegdver der zal hij eene vrijspraak moeten eischen, als het feit of de dader niet strafbaar is, (gelijk het geval kan zijn bij het verkeeren in staat van krank zinnigheid of bij overmacht) en ten slotte in alle andere gevallen, waarin geen recht tot strafvordering aanwezig is. Over onbevoegdheid wordt in een afzonderlijk hoofdstuk van denzelfden titel geheeten „van het proces bij vermeende onbevoegdheid der rechters" gehandeld. Over nietigverkla ring wordt nergens gesproken en zal toch kunnen plaats grijpen, als de gestelde regels niet zijn opgevolgd en waartegen de straf van nietigheid is bedreigd. Kon de auditeur vroeger niet-ontvankelijk verklaard worden, als er geen recht tot vervolging bestond of niet meer bestond, thans za! in zoo'n geval vrijspraak moeten volgen, daar het Reglement spreekt van „uitan- „deren hoofde ter zake van het feit geen recht tot strafvordering aanwe zig is, spreekt hij den beklaagde vrij en gelast zijn onmiddellijk ontslag,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 22