De herziene Rechtspleging bij de Landmacht. [Aug. 1916. De garnizoenscommandant kan nu in overeenstemming met het advies van den auditeur-militair bepalen, dat in eene overtredings zaak geene informatiën zullen worden gehouden, zoodat de zaak onmiddellijk door den krijgsraad op de gewone wijze zal behandeld worden echter met de volgende verschillenin de allereerste plaats is het tijdsverloop tusschen de beteekening van de ten laste legging met de daarbij behoorende geschriften en den dag van de terechtzitting slechts vijf dagen; in de tweede plaats kan de krijgsraad nu, den auditeur daarop gehoord, op het schriftelijk verzoek van beklaagde bepalen, dat deze de zitting niet behoeft bij te wonen, dat verder de bepalingen omtrent de toevoeging en de schriftelijke opgave van de getuigen en deskundigen van de zijde van den auditeur en beklaagde niet toepasselijk zijn i), terwijl het geding ter terechtzitting zal worden gevoerd op de wijze als in de artikelen 184 en 185 van het Reglement op de Strafvordering 2) is voorgeschreven voor za ken van overtreding in eersten aanleg, waarin alleen Europeanen als beklaagden betrokken zijn, voor de raden van justitie behandeld en met inachtneming van hetgeen in dat Reglement voor een zoo danig proces bepaald is nopens de beëediging en ondervraging van 1) Begrijpelijk is het, dat men meestal geen' verdediger noodig heeft voor eene dtrgelijke zaak; verder zijn overtredingzaken gewoonlijk zoo duidelijk, dat opgaven van getuigen wel niet noodig zullen zijn. 2) De gang van zaken is als volgt: Na voorlezing van naam, voornamen, rang, graad of militair betrekking, ouderdom, geboorte-, woon-of verblijf plaats bepaalt de krijgsraad conform het advies van den auditeur en op schriftelijk verzoek van den beklaagde, dat diens tegenwoordigheid bij het onderzoek ter terechtzitting niet wordt vereischt. De auditeur draagt de zaak voor; de secretaris leest vervolgens op last van den president behalve extract krijgswettenblad en stamboek, [het ambtseedig procesverbaal voor, waarin de begane overtreding wordt gere lateerd, daarna voert de auditeur het woord en legt r.a voorlezing zijne schriftelijke vordering over, waarop het onderzoek voor gesloten wordt verklaard en medegedeeld, dat volgens beslissing van den krijgsraad, de uitspraak later zal volgen. Is beklaagde bij uitzondering wel tegenwoordig (ik heb weieens eene zitting bijgewoond, waarin tientallen overtredingen behandeld werden zonder dat één beklaagde aanwezig was,) dan wordt hij ondervraagd en kan hij natuurlijk eene verdediging voeren, waarbij hem het laatst het woord verleend moet worden, als de auditeur soms mocht antwoorden. 827

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 29