Terreinvoorstelling op kaarten.
[Aug. 1916.
terwijl voor de Oostenrijksche kaarten eene belichtingsschaal
is aangenomen tot 8C° .waarvoor de verhoudingen zijn:
0° tot
5° streep
tot tusschenruimte
Het uitbreiden van de belichtingsschaal brengt wel meer licht
in de teekening, doch heeft, zooals Pauliny opmerkt, ook een ne
gatief gevolg, want door de eliminatie van donkerheid uit de schaal,
worden zeer monotone terreinbeelden verkregen.
Nadat de topografische commissie van 1802 bereids op de groote
beteekenis van de lijnen van het sterkste verval voor de terrein
voorstelling had gewezen, is in het begin der vorige eeuw na veel
heen-en-weer-gepraat, vooral op instigatie van Kolonel Bonne,
de methode der loodrechte belichting ook voor de Fransche kaarten
aangenomen. De methode heeft zich schijnbaar geheel onafhankelijk
van de Duitsche ontwikkeld In de talrijke protocollen, nota's enz.,
die generaal Berthaut in zijn standaardwerk „La Carte de France"
aanhaalt, wordt niet in het minst van de LEHMANN'sche methode
gerept.
Lehmann kende, evenals de Franschen, veel gewicht toe aan de
voorstelling van de lijnen van het sterkste verval en ontwierp een
plastisch kaartbeeld, doordat hij bij het grootcr worden der hel
ling die lijnen volgens een vast stelsel versterkte. Zijn voorstelling
is geheel en al klinometrisch In Frankrijk werd echter van de
1) Klinein neigen, hellen.
845
8
72
5
10
ft
ff
13
67
10
'5
ft
ft
18
62
15
20
ft
ft
23
57
20
25
>9
ft
28
52
25
30
ft
J»
3)
47
30
35
ft
ff
33
42
35
40
ff
ti
43
37
40
45
ff
ff
48
32
45
50
ft
ft
53
27
50
55
ff
ft
58
22
55
60
ft
ff
63
17
60
65
ft
ft
68
12
65
70
ft
ft
73
7
70
75
9)
ff
78
2
75
80
ft
ft
80
0