RedacMe-XDisseüng. De medewerkers zullen wel gemerkt hebben, dat ik al lang de redactie hoofdzakelijk nog slechts in naam voerde. Nu er geen uit zicht is, dat ik in de naaste toekomst meer tijd voor redactioneelen arbeid zal beschikbaar hebben, en nu ik buitendien het Leger tijdelijk verlaten heb, dient ook mijn naam van den omslag te verdwijnen. Het spijt mij zeer mij van het I. M. T. te moeten los maken, maar met een herhaaldelijk afwezigen redacteur is het be lang van het tijdschrift niet gediend. Het is mij een troost, dat ik het tijdschrift aan zulke bekwame handen kan overdragen. De nieuwe redactie zal zeker allerwegen het vertrouwen vinden, dat voor haar de eerste voorwaarde is om met vrucht werkzaam te zijn. Ik dank de medewerkers voor den steun, mij in den beginne ietwat aarzelend, later in ruime mate verleend, en speciaal hen, die in den laatsten tijd van hun trouw aan het oude tijdschrift deden blijken. Een afzonderlijk woord van dank zij hier in het publiek uitgesproken aan het adres van de uitgevers, „de particu liere firma", voor de royale, onbekrompen wijze, waarop .zij steeds aan de wenschen van de redactie voldoet. En hiermede leg ik de redactie neer! W. Muurling. Gaarne roept de nieuwe redactie den steun in, niet alleen van de medewerkers, doch ook van het gansche officierskorps, opdat het tijdschrift moge blijven een onafhankelijk orgaan, waarin een ieder zijne meening over vraagstukken betreffende de krijgsweten schap en ons leger kan mededeelen en toelichten. Van haar kant zal zij niets onbeproefd laten om het tijdschrift in die richting -verder te ontwikkelen. J. C. Pabst. Majoor der Artillerie. Kapitein van den Generalen Staf. Adres: Redactie Ind. Mil. Tijdschrift, Meester-Cornells. G. A. SCHEFFER,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 5