In den dienst vergrijsd.
Aug. 1916.]
„de noodige vooruitzichten op verhooging der inkomsten tegen
den tijd, dat de opvoeding van de kinderen grootere uitgaven gaat
eischen", en waarop door een der debaters o. a. werd gezegd:
„Ik geef toe, dat er personen zijn, die deze eisch kunnen nalaten".
Indische jongens met geen hoogere aspiraties dan om met een
kapiteinspensioen rustig in Garoet of Tasikmalaja hun laatste le
vensdagen te slijten of Hollandsche dito's met dezelfde idealen over
een provinciestadje in het vaderland, behoeven deze voorwaarden
niet te stellen, indien ten minste hun idealen over hunne kinderen
ook in denzelfden toon gestemd zijn
Een ieder moet toch de verwachting koesteren het zoover moge
lijk te brengen en daarom gaan wij verder en meenen, dat ieder
die officier wordt, het recht heeft te verwachten, dat hij geleidelijk,
binnen billijke grenzen natuurlijk, zijne positie zoowel door be
vordering als door periodieke trakteinentsverhooging verbeterd ziet.
Reeds sedert jaren is het legerbestuur in laatstbedoelde richting
dan ook werkzaam geweest.
Vergissen wij ons niet, dan wordt reeds geruimen tijd het beginsel
gehuldigd, dat een 2de luitenant uiterlijk na 4 jaren dienst als
officier bevorderd moet worden tot le luitenant en 10 jaar later
tot kapitein, terwijl blijkens de bestaande traktementsregeling met
3 jaarlijksche periodieke traktementsverhoogingen het beginsel moet
hebben voorgezeten, dat de kapitein zeker niet langer dan 3 jaren
in dien rang behoeft te dienen om in betere finantieele omstandig
heden te geraken.
Bedriegt ons geheugen ons niet, dan heeft Generaal van Daalen
in zijn pleidooi voor de positieverbetering der hoofd- en subalterne
officieren betoogd, dat de le luitenantsrang na 3 jaar moet worden
toegekend; verwacht wordt, dat de kapiteinsrang in 14jar en wordt
bereikt en daarin hoogstens nog 8 jaren moet worden gediend,
welk laatste beginsel ook wel eenigszins blijkt uit de omstandigheid,
dat volgens de gedrukte memorie van toelichting op de betrekke
lijke begrootingsvoorstellen het traktement der kapiteins met
20 jaren dienst als officier onveranderd is gebleven.
1) Aan dezulken heeft men in den regel gedurende hun geheelen
diensttijd weinig of niets gehad en voor hen zou een maatregel: „na
15 jaren dienst eruit met gedeeltelijk pensioen" liever vandaag dan morgen
moeten worden ingevoerd.
860