In den dienst vergrijsd. Aug. 1916.] We hadden ter wille van de schrille tegenstellingen nog gaarne een overzicht gegeven van de tegenwoordige positie van hen,die het leger tijdig hebben verlaten en bij overgang naar andere dienst takken als Financiën, Inspectie van Arbeid, Gewapende Politie en zoovele andere, een hooger inkomen hebben weten te verwerven en ook in maatschappelijke positie hun vroegere tijdgenooten verre voor uit zijn en vermoedelijk ook blijven, doch gebrek aan gegevens is oorzaak, dat daarvan is moeten worden afgezien. Men behoeft echter maar om zich heen te zien bij de Departementen te Batavia of S.S. om overtuigd te zijn van de werkelijkheid. Waar door M. in zijn artikel middelen zijn aangegeven om gelei delijk verbetering in den bestaanden toestand te brengen, heeft zich de vraag opgedrongen, of 't niet mogelijk is daartoe al dadelijk stap pen te doen. Vooropstellende, dat de tegenwoordige toestand en die van de naaste toekomst de gevolgen dragen van den huidigen wereldoorlog en aangezien zoo dikwijls op grond van oorlogsnoodzaak maatregelen worden getroffen, lijkt ons het etnige probate middel voorstellen te doen om bij wijze van tijdelijken maatregel en met afwijking van formatie-regelingen de kapiteins met 22 of meer jaren dienst als offi cier, die in alle opzichten geschikt zijn voor den hoogeren rang, tot majoor te bevorderen. De vraag in welke betrekkingen die hoofdofficieren alsdan geplaatst moeten worden, lijkt ons niet onoplosbaar; zij, die als kapitein in hun tegenwoordige betrekking dienen, zouden zonder bezwaar daarin gehandhaafd kunnen blijven of tijdelijk met andere functie's kunnen worden belast. En bijzondere opdrachten zouden velen hunner ook welkom zijn voor 't geval men mocht stuiten op 't bezwaar, dat men een majoor toch geen compagnies- of batterij- c.q. escadrons- commandant kan maken. Op deze wijze wordt dan tevens in hooge mate opgeheven het hoe langer hoe grooter wordend bezwaar met betrekking tot gezags verhoudingen, althans in engeren zin Zien we niet nu reeds jongere kapiteins tot majoor bevorderd, met wie andere vroeger oudere collega's meermalen in aanraking komen en leidt dit niet tot scheeve verhoudingen voor beide partijen. Bovendien wordt op de voorgestelde wijze eigenlijk de eerste sport betreden op den ladder, die voert naar de andere middelen door 862

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 64