SP
&s
IR
SS
m
nog 'n maal „De Gemengde
Compagnie".
In verband met, hetgeen de Heer Lucardie in de Juni afl. I.M.T.
bldz. 645 en 650 betoogt, lijkt het mij wenschelijk met een enkel
woord mijn artikel over de gemengde compagnie (April afl. j. 1.)
nader toe te lichten.
„Niet alleen het goede voorbeeld, maar alleen de rechtstreeksche
inwerking welke alleen mogelijk is bij absolute vermenging
zal de minder gevechtswaardige elementen tot betere soldatën ma
ken enz." (bldz. 650), benevens „Nu is het vraagstuk van huisves
ting in vredestijd m.i. een kwestie van ondergeschikt belang, wan
neer daartegenover vrij zekere voordeelen in oorlogstijd gesteld
kunnen worden", deze alinea's in artikelverband beschouwd, nood
zaken mij op mijn betoog terug te komen.
(bldz. 650) Eene vermenging als door den Heer Lucardie voorge
steld zal de gewenschte resultaten leveren, indien de invloed van
een beter gevechtswaardig, tevens moreel hoogstaand ras recht
streeks inwerkt op de minder gevechtswaardige elementen, i. c. indien
de Europ. fuselier in staat is invloed ten goede uit te oefenen. In
dit geval zou eene oprichting van Europ. Compagniën, als door mij
aangegeven, geenerlei nut hebben.
Edoch ik vermeen, dat de Europ. fuselier, nu en in de toekomst,
individueel minder gevechtswaardige elementen niet kan verbeteren.
Ter argumenteering dezer bewering het navolgende.
De Europ. fuseliers voldeden te velde, mits er actie was, zeer
goed. Daar actie weinig meer vooikomt, dient het meerendeel in
de garnizoenen, welke toestand wel zal gehandhaafd blijven. In
deze garnizoenen nu geven o. m. de strafhoeken en commissies een
minder frisschen kijk op het gehalte van het Europ. element. Vele
goeden worden korporaal of geëmployeerd, de overigen staan m. i.
op een dusdanig peil, dat men door op hun eergevoel te werken.