Aug. 1916.] Eenige beschouwingen omtrent de verpleging een of twee voorgangers, ligt de volgende finaal in den modder. Hygiënisch kan men dan ook dat slachten niet noemen. 2e. goed geslepen messen. De nieuwe messen uit de magazijnen late men eerst eens flink met den slijpsteen kennis maken. 3e. eenige wateremmers en de noodige vaatdoeken om bloed, vuil, enz. af te wasschen. 4e. wit katoen om de afgehakte stukken vleesch in te wikkelen, zoolang deze nog niet gedistribueerd worden, teneinde vliegen, enz. te kunnen weren. Ee. labels en bindtouw. Reeds in de veldslachterij worde vóór de distributie het vleesch stuk voor stuk gewogendaarna beves- tige men aan ieder stuk een label, waarop het gewicht en het korps, waarvoor het bestemd is, worden genoteerd. Dit bevordert de distributie in hooge mate. Vooral wanneer het vleesch eerst met de vleeschauto over eenigen afstand vervoerd moet worden, blijkt het groote gemak dezer laatstgenoemde voorzorgsmaatregelen. Doet men dit niet en wordt er na het invallen der duisternis gedistribueerd, dan is het'vrijwel ondoenlijk eerst de auto te ledigen, de stukken te gaan wegen enz. Vooral als men met de auto staande, midden op den grooten weg 's avonds om 8 uur in den stroomenden regen distribueeren moet, zooals o. a. te Poerwakarta. Aan te bevelen is ook, om op het vleesch zelf het gewicht met een aniline stempel aan te geven, omdat tijdens het vervoer door het schudden, de labels weieens een enkele maal kunnen losraken of in de knel komen. De mede te voeren katrollen kan men wel thuis laten, eveneens de vleesch- of hakblokken; men heeft ze niet noodig. Twee touwen aan het dier, een dwarsliggende bamboe, en de slagers trekken onze Javaansche sapf's met gemak naar boven. Zoo zwaar is ons slachtvee niet. Daarna wordt het dier in vieren verdeeld, iedere voet gewogen en afzonderlijk opgehangen. Moet nu bij de distributie van een voet een stuk af, dan gaat dit met dit kleine vee zeer gemakkelijk, terwijl het hangt, en kan men de hakblokken best missen. Ze zijn dan ook bij de le Brigade niet gebruikt. Moet men buiten, d. w. z. in de open lucht, slachten, dan dient een overdekte slachtplaats gemaakt te worden. Behalve dat het werken in den regen voor het personeel onaangenaam is, is het voor het vlecseh slecht. Bovendien is natuurlijk in een minimum 88Ö

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 82