BIJ DE GROOTE MANOEUVRES IN 19!5.
[Aug. 1916.
lezen wij „de Intendance voorziet, voor zooveel noodig, in de ver
pleging (c. q. door verstrekking van eetgeld) van ingehuurde koe-
„lies, tegen nadere verrekening van de kosten, eventueel ook in de
„behoefte van gras voor de ingehuurde paarden".
Wat is nu gebleken? Bij den inhuur ontvingen de grobakvoer-
*ders één dag daggeld als voorschot, respectievelijk tot bedragen
van f2.f0 a f5. Sommigen kwamen echter den 2en dag na aan
komst te Tjikampek met het bekende verzoek: „minta perscot, saija
misti beli makanan koeda, enz."
Wat moest men doen? Ze terugsturen, dan gingen de heeren
gewoon naar huis, wat trouwens ook een enkele maal toch is ge
beurd.
Het uitbetaalde voorschot moest aangeteekend worden op 's mans
legitimatiebewijs (liefst in duplo) en natuurlijk door den Brigade
Intendant in een aanteekening boekje om van den stand zijner kas
op de hoogte te blijven. Doch toen enkelen hunner voorschot
ontvangen hadden, stroomde het liefhebbers, zoodat de toegévoegde
officier één dag van 's middags half drie tot 's avond 9 uur vrij
wel niets anders deed dan voorschotten betalen. Van alle kanten
kwamen de menschen naar den Intendant, want gingen zij naar den
compagnies-commandant of korps=kwartiermeester, dan werden zij
verwezen naar den Intendant. Er stond immers „door de Intendance".
Ergo niemand anders mocht of kon hen betalen. Zoodra men den
marsch in ging, moest hierin verandering worden gebracht, want
vooral bij late aankomst was het niet te vergen, dat die menschen
soms eenige palen moesten loopen om 1. voorschot te halen.
Toen betaalden ook de kwartiermeesters en compagnies-comman
danten uit. Doch bij de afrekening was niet altijd meer na te
gaan, wie voorschot hadden gegeven. Een potloodaanteekeningop
het bewijsje b. v. 2. voorschot" gevolgd door een of andere
onbekende paraaf was dikwijls het eenige bewijs. En het gras.
De eene had vier maal, een andere niets, een derde twee maal
gras ontvangen. Door den Chef Intendant was uitgemaakt, dat
per dag 0.25 van het loon zou worden afgetrokken, als zij gras
van de Intendance hadden ontvangen. Doch wat- bleek later. Een
der bataljonskwartiermeesters had voor den geheelen duur der
manoeuvres in totaal 0.25 per man voor gras ingehouden, toen
hij de grobakvoerders afdankte, terwijl zij beslist meer dan eenmaal
887