Aug. 1916.J Eenige beschouwingen omtrent de Verpleging het licht; voor een heel bataljon gelegen op 5 paal der h. d. pl. kwa men fourageeren ('savonds 8 uur) met 2 treinkarretjes zegge: één sergeant-majoor dd. kwartiermeester en één man. In hoeverre, dat bataljon toen het aankomende geheel ontvangen heeft, mag ten rechte betwijfeld worden. De Brigade-staf kwam om 9 uur fourageeren, terwijl de troep om half 6 binnen was. Het geven van orders is ook weieens ooi zaak geweest van een minder vlugge distributie, 's Morgens om 7 uur stond de verplegingstrein te Poerwakarta gereed voor den afmarsch, doch moest nadere orders afwachten. Deze kwamen 's avonds 6.'i0 nadat de Brigade Intendant ze te Plered per auto was gaan halen. Door een defect aan de auto werd het nog een uur later. Toen kon men met den trein niet meer oprukken en werden met de vleeschautö's vleesch, brood en groenten opgevoerd. Om 1 uur 's nachts keerden deze auto's terug. Den volgenden dag, den rustdag ontving men, dank zij het ingrijpen van een toevallig aan wezig hoofdofficier, eindelijk 's middags om 1 uur orders om op te rukken. Het resultaat was dat eerst om 5 uur gefourageerd kon worden en de rustdag voor het verplegingspersoneel inging's avonds om 9 uur. Nu dat was ook wel verdiend. Waar dat nu aanlag, wel, bij de Brigade staf had men, zooals men mededeelde over zijn eigen verplegingstrein geen gezag, dat had de staf der 2 vereenigde briga des, de divisiestaf, en aldaar heeft men waarschijnlijk niet aan den verplegingstrein gedacht of wel vond men het niet noodig om voor één dag eens wat vroeger te distribueeren. Het verplegings personeel, ook dat van den troep, had het toch gaarne anders ge zien. Enfin, hoewel laat, er was gefourageerd en kwam de zaak voor elkaar, maai het had anders gekund. Tot slot moeten wij nog even de quaestie personeel onder de oogen zien. De le Brigade zou worden uitgerust volgens O.O., zoo dat de Intendance moest hebben bestaan uit 1 Intendance officier, 1 Officier der Militaire Administratie en 1V.A.K. Off. benevens het personeel van den Algemeenen Trein der Brigade. In werkelijkheid was na heel veel moeite en na zeer veel geschrijf uitgemaakt, dat het verpiegingspeisoneel in totaal zou bestaan uit 1 Kapitein der Intendance, aan wien toegevoegd 1 Luitenant der Mil. Adm., l ser- geant-majoor-conducteur der Intendance, de bij den Staf van den Algemeenen Trein der Brigade ingedeelde Luitenant der Mil. Adm., als fgd. magazijnmeester en in totaal 3 schrijvers. Al heel spoedig 890

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 92