Naar aanleiding van,, Weerelicht voor inlanders en [Aug. 1916. SAMENSTELLING VAN DE WEERMACHT IN NEDERLANDSCH-INDIE bondgenooten hebben kunnen uitrichten. Hij haalt aan eene uit spraak van den oud-minister Colijn, luidende: „Hoewel aarzelend, „acht ik verder nog een tweede conclusie veroorloofd En wel deze, „dat er groot gevaar bestaat, dat een vloot van groote schepen „werkeloos zal blijven, zoodra zij als tegenstander een vijand heeft, „die over eene grooter aantal gelijkwaardige schepen beschikt." Deze uitspraak is van te meer beteekenis, wijl de Heer Colijn lid geweest is van de staatscommissie van 19)2, welke tot den aanbouw van eene slagvloot adviseerde. Teekenend is ook eene gelijksoortige uitlating van den militairen medewerker van de Londensche „Times", door Schr. aangehaald op blz, 347. Toch kent Schr. groote beteekenis toe aan het aandeel, dat de zee macht in de verdediging van Indië hebben kan en moet, doch, al weder op grond van hetgeen de oorlog ons tot dusverre te zien gegeven heeft, wenscht hij haar samengesteld te zien uit torpedo vaartuigen, srw. o. een groot aantal onderzeeërs en eenige verken ningskruisers, ook watervliegtuigen. Verder wenscht hij de voor naamste vlootbasis gevestigd te zien aan Straat Soenda, wegens de groote, ook door marinemannen erkende strategische voordeden; wanneer evenwel daartegen overwegende nautische bezwaren be staan, zal men het denkbeeld moeten laten varen Verder een zeker aantal andere steunpunten. Voor zoover wij weten, is de Heer Van der Weyden de eerste schrijver, die breekt met de traditie, dat Java alleen verdedigd moet worden. Java moge het belangrijkste eiland van den archipel zijn, zooals de toenmalige kolonel de Greve in zijne brochure „Het rapport van de staatscommissie voor de verdediging van Nederlandsch-In- dië met klem van redenen betoogt, de andere eilanden moeten even eens verdedigd worden. Immers, het is 'Volstrekt niet onmogelijk, dat het een mogelijken tegenstander niet om Java, doch om Sumatra of Celebes te doen is, zooals met vele Japansche expansionnisten het geval is, en bij een op Java geconcentreerd verdedigingsstelsel zou het onmogelijk zijn, om door eene overzeesche expeditie te trach- (1) Het kan niet ontkend worden, dat groot verschil van meening tus- schen de deskundige raadgevers der regeering over zaken der verdediging het nemen van een besluit ten zeerste bemoeilijkt en dus medewerkt tot vertraging en uitstel. 897

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 99