Overzicht van eenioe Buitenlandsche Tijdschriften. [Sept. 1916. en d; ontkenning van Duitsche gruwelen. Norden besluit zijn brochure met de bekende Duitsche rechtvaar diging: als wij België niet waren binnengetrokken, hadden anderen het gedaan „Wie dat loochent, kan even goed het zonlicht loochenen hene vreemde bewijsconstructie, die van den jurist Norden. Art. Monatshefte (Nov. 1915) Deze aflevering geeft het vervolg van het zeer uitgebreide artikel „Die Mechanik und ihre Anwendungen." In „Wie sind die im Russisch-Japanischen Kriege gewonnenen arti leristischen Erfahrungen nutzbar gemacht?" bespreekt generaal Richter vooreerst de organisatie der veldartillerie. In Rusland, heeft men, geleerd door de weinige samenwerking, die de oorlog 1901/05 tusschen infanterie en artillerie te zien gaf na dien de veldartillerie bij de divisiën ingedeeld. Voordien was zij bij het legerkorps ingedeeld en stond slechts gedurende de manoeu vres ter beschikking van den divisiecommandant. Het gevolg was onvoldoende oefening in de samenwerking der wapens. Bij het begin van den huidigen oorlog telde de Russische divisie een artilleriebrigade van 2 afdeelingen a 3 batterijen a 8 stukken; de zelfstandige brigade beschikte over 3 batterijën a 8 stukkende cavaleriedivisie over 2 rijdende batterijen a 6 stukken. Het behoud van de logge 8 stukken-batterij in Rusland kan ver klaard worden uit het feit, dat de stellingoorlog, dien de Russen tegen de Japanners voerden, de onhandelbaarheid dier groote batterij met deed uitkomen. J De voorsprong, dien de Russen op artilleristisch gebied hadden, was oorzaak, dat zich niet de behoefte deed gevoelen, om in kleine batterijën van de vuursneiheid van het moderne materieel zoovéél mogelijk profijt te trekken. De Japanners hebben hun 6 stukken batterij van 1904, toen voor hunne snellaad- vuurmonden een goede indeeling, ook met het ma- derne materieel gehandhaafd Op het voorbeeld der Fransche artillerie volgde in vele legers de invoering der 4 stukken-batterij. In Duitschland bleef men, ook al met het oog op de kosten, bij de 6 stukken-batterij. In 1913 telde het Fransche leger 783 batterijen a 4 stukken, het Duitsche b42 a 6 stukken. De Franschen waren hierbij naar schrijvers meening in het voordeel, daar de kleine batterij minstens hetzelfde trefferresultaat als de groote bereikt. Gedurende den oorlog heeft de Duitsche veldartillerie de 4 stukken- 1041

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 105