Terreinvoorstelling op kaarten.
[Sept. 1916.
Een nadeel was echter, dat zij te duur waren en daarom moest
de poging, om werkelijk volkskaarten te vervaardigen, worden
opgegeven.
Ook de Italiaansche hoogleeraren Basevi en Fritzsche streefden
hetzelfde doel na als Becker d. w. z. „die wissenschaftliche
Schichtlinienkarte durch malerisch-landschaftliche Behandlung ge-
meinverstandlicher zu machen und dadurch zur Verbreitung der
Landeskunde beizutragen". Zij geloofden echter een zelfde effect
en plastiek te kunnen bereiken door toepassing van de methode
der dubbele belichting die in het kort hier op neer komt, dat
twee schaduwtinten in kleuren, de eene volgens het principe der
schuine, de andere volgens dat der loodrechte belichting over ge
drukt worden. Deze wijze van terreinvoorstelling komt in haar
grondidée overeen met die vroeger toegepast door enkele Fransche
en Duitsche topografen, die op de schaduwzijde eerst eene doezeltint
legden om er dan overheen te arceeren of omgekeerd.
Wel is waar geeft de BASEVi-FRiTZCHE'sche kaart volgens de
proefreproductie van den „Gran Sasso d'Italia" een zeer plastisch
terreinbeeld, maar de kosten zijn ook al weer te groot om haar tot
gemeen goed te maken.
Tot de nieuwste proeven om de kleurenmethode dienstbaar te
maken aan de terreinvoorstelling moet die van E. Friedrich genoemd
worden. Deze stelt op eene kaart van de Rigi het terrein voor in
arceeringen geteekend in de kleur van de betreffende hoogtezöne.
Alle horizontale vlakken zoomede kammen, dalbodems en plateaux
blijven wit; dit is wel is waar in overeenstemming met den geest
der LEHMANN'sche methode, die aan het principe ten grondslag
Stöcken nach den verschiedenen Gegenstanden zeigten, gingen z. B. beim
Hinweis auf Taler ganz nahe an die Plane heran, beim Deuten auf Berge
dagegen auf einige Entfernung zurück, weil sie an diese anzustossen
fürchteten." Kartographische Frage.
1) Basevi-Fritzsche. La rapprezentazione orografica a luce doppia
nella cartografica moderna.
953