Nederlandsch-Indische Leger. [Sept. 1916. len zijn vastgesteld, die den toets van practische bruikbaarheid hebben doorstaan; na voltooiing en sorteering wordt de inhoud overgebracht op staten, de fiches overeenkomstig de tijdperken opgelegd in kartonnen doozen, te bergen in speciaal daartoe inge richte ficheskasten. De aanteekening van boekwerken en tijdschriftartikelen geschiedt op afzonderlijke staten. Op deze wijze wordt tevens voldaan aan den algemeenen eisch, die aan een goed archief mag gesteld worden, het toegankelijk maken voor een ieder, die ten behoeve van eenige studie of an derszins inlichtingen wenscht in te winnen omtrent een bepaald onderwerp in een zeker tijdperk. De resultaten van den verrichten arbeid behooren in de jaarver slagen te worden bekend gemaakt. Tot heden werden drie oud-hoofdofficieren van het Nederlandsch- Indische leger in de voorloopige hierboven vermelde werkzaamhe den ingewijd, tevens een werkplan ontworpen, dat zou kunnen strekken voor de werkzaamheden in Indië, bij aanwezigheid aldaar van eene zelfstandige afdeeling, welk schema het legerbestuur in Nederlandsch-Indië werd aangeboden. De departementen van oorlog, van koloniën en de regeering in Nederlandsch-Indië konden zich met de besproken voorstellen ver eenigen, zoodat in 1914 de noodige gelden op de begrooting van het dienstjaar 1915 werden uitgetrokken. Maar, helaas, „there is many a slip between the cup and the lip," zoo ook hier. Als gevolg van den wereldoorlog geraakte, met andere ontwerpen, ook de oprichting van eene krijgsgeschiedkundige afdeeling in Nederlandsch-Indië weder op losse schroeven en werd in 1914 de daarvoor bestemde post uit de begrooting gelicht. Nogmaals veroorloofde ik mij krachtig bij Zijne Excellentie den Minister van Koloniën aan te dringen om, niettegenstaande de treurige tijdsomstandigheden, niet langer met de oprichting eener krijgsgeschiedkundige afdeeling in Indië te dralen. Waarom toch zou Indië te dien opzichte moeten achterstaan bij het moederland, waar eene dergelijke inrichting reeds een twintig tal jaren bestaat en haar goed recht van bestaan heeft bewezen. Men behoeft slechts de jaarverslagen in te zien, tot besef, hoe om vangrijk het door haar verrichte werk is. 959

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 23