Sept. 1916.| Vesting- of zware artillerie en
eischen moet dit geschut voldoen, opdat het ook kan medewer
ken aan gevechten, die onzerzijds aanvallend worden gevoerd."
Uit het optreden van den vijand bij een aanval op min of meer voor
bereide stellingen is af te leiden, aan welke eischen en wel voorna
melijk technische de artillerie moet voldoen om dat optreden zooveel
mogelijk hinderpalen in den weg te stellen. Het optreden van de zware
artillerie bij den aanval bepaalt de tactische eischen, als organisatie
en geoefendheid, benevens de mate van mobiliteit, die gewenscht is.
Aanvallend optredend zal de vija d dus naar de stelling moeten opmar-
chee en, en trachten zoo lang mogelijk gesloten formaties te bewaren,
waarbij hij bestaande wegen ot andere bruikbare terreingedeelten zal
willen volgen. Hoe eerder wij hem dus tot ontwikkeling dwingen, waar
bij hem het gebruik van goede wegen wordt ontzegd (tenzij hij
die ten koste van veel tijd zelf aanlegt), hoe onaangenamer het
hem is. Het bovenstaande kan worden uitgevoerd door de punten
in het voorterrein, die zich daartoe leenen, met onderdeelen van
het veldleger te bezetten. (In den geest van punt 100 (2) G. H.,
die dus door artie. vuur uit de hoofdstelling kunnen worden gesteund).
Deze troepen kunnen echter slechts de zwakkere voorhoede weer
staan en zullen moeten wijken voor den krachtiger druk van de
vijandelijke hoofdmacht Bovendien is het voorwaarts brengen van
de mobiele troepen, waaruit de vijandelijke voorhoede zal bestaan,
langs andere dan bestaande wegen, voor hem nu niet zoo'n hoofd
bezwaar. Wij zullen echter voornamelijk aan zijne zware artillerie, trei
nen, enz. het gebruik van de wegen willen ontzeggen en liefst blijvend.
Hij zal dan gedwongen worden colonnewegen van groote capaciteit
aan te leggen, waarmede reeds veel tijd wordt gewonnen. Daar
voor is noodig, dat vanuit de H. V. L. (hoofdverdedigingslijn) het
voorterrein met lange kanonnen op grooten afstand wordt beheerscht.
Hoe grooter die afstand, hoe beter.
De eerste handeling van den vijand zal zijntrachten onze troepen
uit het voorterrein te verdrijven. Deze troepen moeten tijdens hun
actie vanuit de H. V. L. worden gesteund. Opdat het mogelijk worde,
dat deze troepen zonder te groote verliezen en in goede orde kunnen
terugtrekken, moeten zij door veel artillerie worden bijgesprongen
en moet er een innige samenwerking bestaan. Hiervoor is het echter
niet noodig, dat de artillerie eveneens in de bezette punten van het
voorterrein wordt opgesteld, dit is zelfs niet gewenscht. Aannemende,
974