dat wij onze troepen tot een maximum van 4000 meter hebben vooruitge
schoven (in zeer gunstige omstandigheden), dan dient het geschut,
dat in of kort achter de H. V. L. staat opgesteld, een schootsverheid
te bezitten van minstens 6000 M. Deze punten zullen worden aan
gevallen in de eerste plaats door infanterie ondersteund door veld
artillerie, waartoe ook de lichte veldhouwitsers moeten worden ge
rekend De aanvallende infanterie kan het best bestreden worden
door vlakbaangeschut (immers de aanvaller zal in deze periode niet
van loopgraven gebruik maken). Dit vlakbaangeschut moet in de
eerste plaats snelvuurgeschut zijn en dan liefst niet van grooter
kaliber dan de tegenwoordige veldartillerie bezit, dus van 7,5 tot
hoogstens 9 cM. De veldvuurmonden zijn hiervoor ook te gebruiken,
mits het met de veiligheid (waaronder vooral te rekenen de zeker
heid van veilige thuiskomst) is overeen te brengen, dat zij vol
doende ver naar voren worden gebracht. Een vuurmond, die een
grooter dracht heeft, is echter te verkiezen. Met dezen vuurmond
kan echter niet de vijandelijke veldartillerie worden bestreden met
het doel haar met granaatvuur te vernietigen; daarvoor is de uit
werking op dien afstand te gering Dit zal moeten worden overge
laten aan vlakbaanvuurmonden van grooter kaliber, gelijk aan die
welke het onveiligmakend G. K. vuur op de naderingswegen moe
ten afgeven. Ter bestrijding van de gemaskeerd opgestelde vijande
lijke batterijen zouden kleinkaliber houwitsers voldoende zijn, wan
neer die ten allen tijde voldoende veilig konden worden vooruit ge
bracht tot op een afstand van ongeveer 50C0 M. van het doel. Om die
vuurmonden van uit de H. V. L. te bestoken, waardoor de gemid
delde afstand vuurmond - doel ongeveer 65C0 M. bedraagt, dient men
de beschikking te hebben over krombaanartillerie, die minstens een
schootsverheid van 8000 M. kan bereiken.
Het spreekt vanzelf, dat de vijand zal trachten te beletten, dat
wij met onze artillerie ongestoord de naderingswegen onder vuur
houden en onze vooruitgeschoven troepen krachtig steunen. Hij
zal dat dan moeten doen met zijn zware artillerie. Voor een goe
de uitwerking is het noodig, dat hij zijn waarnemers naar voren
brengt. Weliswaar is de waarneming bij dergelijke zwaardere pro
jectielen makkelijker dan bij die van de veldartillerie, maar om bij
waarnemingsafstanden van 6000-8000 meter veel uitwerking te ver
krijgen, moet men wel onder zeer gunstige omstandigheden verkee-
975
HET DAARBIJ IN TE DEELEN MATERIEEL. (Sept. 1916.