Het daarbij in te deelen materieel. (Sept. 1916. 1500 kilogram zal dus het gewicht van den voorwagen nietgrooter kunnen worden dan 400 k. g., waarbij het dus minder wordt dan 1/3 van het lotaal gewicht. De twee voordeelen, die men verkrijgt bij het verminderen van het schietgestelgewicht, n. 1. betere ver deeling over voor- en achterstel van het voertuiggewicht en gemak kelijker beweegbaarheid met handen van het schietgestel, wegen echter niet voldoende op tegen de nadeelen van minder ballistisch vermogen of minder soliditeit van de affuit In hoe verre het verminderen van het voorwagengewicht voor de beweeg baarheid nadeelen oplevert, zou kunnen worden onderzocht. In deze richting heeft men echter ook de oplossing gezocht, bij het materieel van de zware artillerie. Zoo weegt b-v. het schietgestel van een vuurmond van 10,5 cM L/30 van de firma Krupp 2200 K.G., terwijl daarbij een voorwagen van 290 K. G. wordt gebruikt. Wel is waar wordt bij vervoer het kanon ver naar achteren op het affuitlijf verplaatst, zoodat het gewicht beter over voor- en achterstel wordt verdeeld, doch dat zou bij de in te voeren 10,5 cM. Hw. ook kunnen geschieden. Vermindert men het voorwagengewicht, dan moet dat worden gezocht in het medevoeren van minder munitie. De voorwagen van onze veldartillerie weegt ledig 343 Kg: vermoedelijk kan te dien opzichte nog wel iets verder worden gegaan en het voorwagenge- .wicht gesteld worden op ongeveer 290 Kg. Rekenende met een projectielgewicht van 14 KG., zou men globaal ongeveer 6 projectielen in den voorwagen kunnen medevoeren. Is het t. g. t. mogelijk tot krachtiger trekmateriaal over te gaan, dan heeft men slechts de gelegenheid te scheppen tot het medevoeren van meer projectielen in den voorwagen, om die trekkracht voordeelig te gebruiken. Volgens den staat is het gewicht van den ledigen caissonachter- wagen ongeveer 600 Kg. De caisson van de bereden, artillerie weegt ledig 452 Kg. Stelt men het gewicht van de gevulde caisson op 1100 Kg, teneinde denzelfden voorwagen als bij het kanon te kunnen gebruiken, dan bestaat er dus gelegenheid tot het medevoeren van ongeveer 600 a 650 Kg. aan projectielen, dus rond 45 stuks. Per stuk (vuurmond en caisson) zijn dan dus aanwezig 57 pro jectielen. Dit is onvoldoende, zoodat men bij de gevechtsbatterij wel twee caissons per stuk zal moeten indeelen, waardoor dan 108 projectielen per stuk direct beschikbaar zijn. Bij de eerste afdee- 983

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 47