Sept. 1916.1 Terreinvoorstelling op kaarten.
600 700 M. groen,
500 600 lichtgrijs,
400 £00 zalmkleur,
300 400 donkergeel,
200 300 lichtgeel,
100 200 grijsgroen,
0100 licht grijsgroen.
Zooals generaal-majoor Heller, directeur van het „Kgl. Topo-
graphisch Bureau" te München, echter terecht beweert, geven de
verschillende kleurenbanden wel de hoogtegordels duidelijk aan,
maar de opbouw van het terrein komt er in geen enkel opzicht
door uit. En in de eerste plaats is het voor den luchtschipper
noodig, dat hij dien opbouw onmiddellijk kan overzien; het vlug
kunnen aflezen der hoogtegordels is van secundair belang.
Er zijn pogingen aangewend om systeem in de methode te bren
gen; zoo stelde A. Papen 17 kleuren voor, als volgt:
15— 20.C00 voet zacht rose,
10 15.0C0 wit,
5 10.000 roodbruin,
4500 5.000 geel oranje,
40C0 4.500 violet,
3500 4.000 wit,
3300 3.500 rood oranje,
2500 3.000 blauw,
2COO 2.500 rose,
15002.C00 groen,
10001.500 blauw,
5001.000 roodbruin,
4 500 geel,
3400 licht geel,
2300 licht blauw,
1 200 zacht rose,
0100 licht bruin,
doch wanneer een schaal als richtsnoer en model gelden wil, is het
noodig, dat zij iets bevat, dat tot navolging dwingt en dwang kan
slechts uitgaan van een streng systeem, dat door de niet te over
treffen doelmatigheid van een eenmaal gekozen kleurenvolgorde een
iegelijk overtuigt. Er is echter onder de opvolgers van Papen nie-
942
