Sept. 1916.)
king komen, dan mag het wel wat langzamer gaan, waarom voort
beweging door middel van trekossen hier misschien wel op
zijn plaats zou zijn. Maar medegevoerd moeten ze worden, want
bezit men ze niet, dan legt men het tegenover een tegenstander,
die ze wel bezit en er een goed gebruik van weet te maken,
onherroepelijk af. In dit verband kan nog eens gewezen worden
op het groote nut van onze 7,5 cM. L'30, wanneer tijdens
den bewegingsoorlog in eerste instantie over vlakbaangeschut
van grooter vermogen dan het veldkanon moet worden beschikt.
Deze vuurmond heeft slechts een gewicht van 12C0 Kg. Met een
voorwagen van 290 Kg. heeft men dus een vrij mobiel voertuig
van 15C0 Kg,, terwijl men bovendien nog het bijkomstige voordeel
heeft, dat de vuurmond dezelfde munitie als de veldvuurmond kan
verschieten.
Alhoewel een van de belangrijkste onderdeden, valt nu over de
munitie zélf nog weinig te zeggen. Juist op dat gebied zal de te
genwoordige oorlog veel veranderingen brengen. Tot nu toe gold
algemeen het principe, dat de G.K. het hoofdprojectiel voor het
vuur tegen levende doelen, de dikwandige scherfgranaat dat voor
het vuur tegen verticale weerstandbiedende doelen (schildartillerie)
was, terwijl de dunwandige- of mijngranaat het projectiel was voor
het vuur tegen horizontale dekkingen. Een geschikt projectiel om
uitwerking op doelen achter steile dekkingen te verkrijgen ontbreekt
ons feitelijk. Algemeen wordt aangenomen, dat in dat geval vuren
met brisantgranaten in tijdstelling te lastig is. Waar echter in an
dere landen en met name Holland deze vuurwijze wel wordt toe
gepast, in een militieleger dus, daar meen ik, dat het in ons be
roepsleger ook wel zal kunnen. In allen gevalle zijn m.i. ernstige
proefnemingen in die richting wel gerechtvaardigd
Kunnen wij op de voorloopige berichten vertrouwen en mogen
wij er gevolgtrekkingen uit maken, dan heeft de mijngranaat, dus
de dunwandige met groote springlading, zijne superioriteit boven
de scherfgranaat bewezen, ook tegen schildartillerie en doelen ach
ter steile dekkingen. De G. K. komt misschien in den loopgraven
oorlog wel wat op den achtergrond, maar zal vermoedelijk in den
bewegingsoorlog nog niets van zijn algemeen geachte volmaaktheid
hebben verloren en daar nog wel het hoofdprojectiel blijven. Het
986