8888 8888 8888 8888 8888 8888 nog eens: het inschieten nan gemeren. In de Juliaflevering komt een artikel voor van O. v. W. over dit onderwerp, welk artikel geschreven werd naar aanleiding van iets over hetzelfde onderwerp in de Februari-aflevering door den kapitein Oberstadt. Door omstandigheden had ik het laatste artikel niet gelezen, het vervolg door O. v. W. bracht mij ertoe het op te diepen en eens te bestudeeren. In het feit, dat beide heeren staan voor hetzelfde open probleem, is voor mij aanleiding geworden te trachten hierin eenig licht op te steken. Op blz. 138 onderaan in het stuk van den heer O. staat: Ik „vermeen dus de moeilijkheid niet te kunnen inzien, daar waar de „instrumenten toelaten eene correctie van cM. aan het M.T. aan „te brengen, om alle geweren niet nagenoeg normaalte kunnen „krijgen, vooral als ze nog mooie loopen hebben" en op blz. 760 in het stuk van O. v. W. „Welke bezwaren zijn er tegen om te bepalen, dat hetM. T. moet „vallen daar, waar het moet zijn, nl. in het snijpunt van de diago nalen van bedoelden rechthoek (een kleine speling van b. v. 1 cM. „straal uit genoemd snijpunt getrokken, daargelalen)." Indertijd schreef de daarover handelende paragraaf in het S.V.I. voor, dat het M. T. (G. T?) bij het inschieten op dat punt moest gebracht worden. Later is dat gewijzigd en kan dus aangenomen worden, dat daarvoor een gegronde reden bestaat. Deze schijnt echter geen gemeen goed te zijn, zooals blijkt uit het feit, dat ze niet bekend is aan de beide, zich zoozeer voor het onderwerp in- teresseerende heeren. Ik heb toentertijd het mijne bijgedragen tot de wijziging en kan dus licht geven; waar ik echter thans het leger vrijwel verlaten heb en dus het materiaal niet meer ter mijner beschik king is, kan ik niet anders doen dan uit mijne herinnering putten om mede te deelen, hoe het gegaan is. 988

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 52