Uit de Practijk.
(Sept. 1916.
door een pagger (bamboe, cactus enz Krijgt men nu vuur en wil
men daarop rechts (links) verspreiden, dan moet de achterste brigade
eerst gesloten over de pagger heen, het bedekte terrein in, en daar,
na al tastend als het ware, de linie van de ondertusschen verspreide
voorste brigade gevonden te hebben, verspreiden. Bovendien moet
die achterste brigade eigenlijk, in schuine strekking gaande, een eind
uitwaarts van den vleugel der verspreide voorste uitkomen. Dat hier
van nooit veel terecht komt, is duidelijk en moet, dunkt mij, door
velen reeds opgemerkt zijn.
Bij de manschappen der achterste brige. bestaat steeds de neiging
om den opmarsch der gelederen van de voorste brige. te volgen
(óók op het exercitieterrein of elders, niet alleen tusschen die pag-
gerswaarom dan van die neiging geen gebruik gemaakt, zoodat
ze als het ware instinctief verspreiden en daarbij, mitsgaders de
groepscommant», op hun plaats (in de groep) komen Want niet waar,
het is van belang dat de menschen bij hun groepsc'. blijven en dat
gebeurt tegenwoordig hierbij maar al te vaak niet.
Verder is het klimmen over een pagger van een gesloten brige.
al zeer tijdroovend, zoo niet onmogelijk, want dikwijls zal dit
alléén vlug kunnen gebeuren, als ieder zijn eigen plekje zoekt, op
één gelid dus, en dan moet zij aan de andere zijde eerst tot een
klompje rapatten, alvorens de brige, c'. zich weer zooiets als leiding
kan aanmatigen. En dan. moet de brige. op 2 gelederen
gebracht worden (in het bedekte terrein!) om te kunnen verspreiden;
uit de formatie met éénen kan het niet. Mij dunkt, de voorgestelde
methode (bij het Nederlandsche leger in gebruik) zal vooral hierbij
wel vlugger blijken, daar dan vanzelf ieder man zijn eigen plaats krijgt
(zonder vóórman) bij het overklimmen ende manschappen
der achterste groepen zonder tijdelijk het verband los te laten met
de voorste groepen, in de lijn komen.
Nadeelen, aan deze „Hollansche methode" verbonden, die blijkbaar
hebben gedrongen haar niet na te volgen, heb ik nog niet kunnen
ontdekken en zijn mij ook nog nooit gewezen Ik heb wel eens
als nadeel hooren noemen, dat één der beide achterste groepen, die
dus na het verspreiden op de vleugels zouden komen, haren brige.
ct. kwijt is, want die is dan bij de groep op den anderen vleugel.
Maar dit kan toch niet, want na het verspreiden is het brige. ver
band verbroken en hebben we dus geen brige. ct meer. (zie punt
106 blzd, 36 2e. al. de oudste of hoogste in rang van het
kader treedt, zoolang de brige. gesloten is, bovendien als brige. ct. op.")
Verder hoorde ik wel eens zeggen, dat de voorgeschreven me
thode vluggere uitvoering waarborgt, als de sectie sterk is, want
bij de „Holl. methode" moeten de achterste manschappen een zeer
grooten afstand doorloopen voor zij in de linie komen, als de beide
gelederen lang zijn. Maar zijn onze sectiën dan zóó sterk? Hoogstens
50 man toch, dus elk gelid 2 b man diep! Verder lijkt mij, dat
1003