Uit de Practijk. (Sept. 1916. Bijv. de spits-cdt. ontdekt een hinderlaag (bijv. een cav. patrouille met madsengeweren). Hij geeft dadelijk het teeken „halt" aan den voortroep en neemt dan verder zijn maatregelen. Het blijkt immers herhaaldelijk, dat bij een marcheerende colonne berichten gewoonlijk te laat komen. Wat betreft de regels van V., viel het mij op, dat onze fuseliers juist in de war komen door: 1richting volgen van voorman, doch afstand van achteren. 2. teeken halt alleen overnemen, als de cdt. voortroep (enz.) voor is. We mogen niet te veel vertrouwen op het „wakker" zijn. Slechts het machinale belooft bij onze infanterie goede uitkomsten. Verder wilde ik wijzen op de bepaling in het V.V, dat de ver- bindingsrotten worden uitgestuurd door de afdeelingen, die volgen. Zou het niet beter zijn, dat zij gegeven werden, door de grootere afdeelingen? L 1005 I. M. T. 1916, 65.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 69