Van Alles Wat.
[Sept. 1916.
Bij een dergelijke oefening zouden zeker tal van bezwaren worden
ondervonden, die, als ze eerst worden ontdekt in eene werkelijke
mobilisatie, moeilijk te ondervangen zouden blijken.
Waar vermoedelijk wel zal blijken, dat den Brigade-Commandant
en de hem toegevoegde organen tijd en krachten te kort komen
om alles te zien en van alle zich voordoende moeilijkheden de
oorzaken op te sporen, komt het zeer gewenscht voor aan hem
gedurende die oefening speciaal Officieren van den Generalen Staf,
van de Intendance en van de Hoofdbureau's toe te voegen, die,
zonder met speciale werkzaamheden te zijn belast, den Brigade-Com
mandant desgewenscht omtrent de werking der bestaande voor
schriften en omtrent de oorzaken der voorkomende moeilijkheden
rapport kunnen uitbrengen. Na afloop der oefening ware dan door
den Leider een uitvoerig rapport op te stellen. Naar aanleiding van
dat rapport kan dan eene regeling worden getroffen, geldig voor
alle korpsen. Daardoor verkrijgt men al dadelijk het groote voor
deel, dat de herhaalde overplaatsingen niet kunnen schaden aan de
kennis omtrent de werkzaamheden, van een ieder bij mobilisatie
geëischt Die regeling zou dan, gedrukt met alle daarbij behoorende
staten moeten worden verstrekt, de voor het inlandsche (niet Eur.)
Kader geldende verplichtingen in het Maleisch.
Bedienden. Aan hen, die deelgenomen hebben aan Brigade- en
Groote of Legermanoeuvres zal de stoet van bedienden, die soms
in de meest grillige costuums en voorzien van de vreemdsoortigste
lasten de troepen volgen, zeker opgevallen zijn.
Hoewel zulks bij vredes-oefeningen nu geen overwegende be
zwaren met zich brengt, zoo wil een en ander in oorlogstijd toch
minder gewenscht voorkomen, en zouden naar vermeend wordt, die
legervolgelingen (tegen een B.V.) beter vervangen kunnen worden door
oppassers als bedoeld in de voorschriften op den Inwendigen Dienst
der verschillende Wapens. Hebben de bedienden bij vredesoefeningen
het vnl. druk met het klaar maken van het eten hunner heeren en
kunnen zij dan zelfs niet gemist worden, aangezien op andere wijze
niet in de voeding kan worden voorzien, in oorlogstijd zal zulks,
na eenige dagen althans, niet meer noodig zijn, daar de Officieren
wel zullen moeten deelen in de soldaten-menages. Het medevoeren
van blikjes voor langen duur is, ook al in verband met het toe
gestane gewicht van 42 KG., niet wel mogelijk.
Er zou dus voor de bedienden niet veel anders overblijven dan
het zorgen voor de kleeding enz der Officieren, hetgeen toch wel
door een der soldaten van de compagnie zal kunnen geschieden.
Dit systeem vindt toch in alle Europeesche Legers plaats.
Ook de voeding der bedienden zal wel bezwaren opleveren, de
gebruikelijke toelage zal niet afdoende blijken om daarin te voor
zien (zie vivresindemniteiti.
1015