Van Alles Wat. [Sept. 1916. zijn). Eene eenvoudige verlichting der treinen waarvoor het best ware gebruik te maken van gewone rijtuiglantaarns, zou bovendien aan de bevelvoering bij de treinen zeer ten goede komen. Is de troep eenmaal in den marsch en zou de verlichting der treinen nadeelen met zich brengen, dan is er geen enkel bezwaar om de lampen te dooven, al zal verlichting zeer veel bijdragen tot een regelmatigen marsch der treinvoertuigen, o. a. bij het passeeren van moeilijke terreingedeelten, minder soliede bruggen edg. Eén gewone rijtuig lantaarn, aan de rechtervoorzijde van het voertuig te bevestigen, zou, zooals reeds gezegd, voor het beoogde doel voldoende zijn, terwijl men daarop tevens dan kan aanbrengen letters en nummers om aan te duiden tot welk troependeel het voertuig behoort. Dat dit laatste het overzicht belangrijk zal vereenvoudigen, behoeft geen betoog. Bezwaarlijk te combineeren functies. Met het inontvangst nemen van de vivres en fourages bij den Kwartiermeester van het Bataljon of ander onderdeel zijn belast de fouriers der compagnieën. Bedenkt men, dat die fouriers ingedeeld zijn bij de gevechtstreinen en daarbij dikwerf zeer zware vermoeienissen moeten doorstaan, wil het voor komen, dat hun taak tot het in ontvangst nemen der vivres beter aan ander personeel ware op te dragen. Zoo kwam het bijv. gedurende de meergenoemde Manoeuvres van 1915 voor, dat de fouriers na een langen dagmarsch om half één 's nachts nog aan het fourageeren waren en om 4 uur daarop weder moesten uitruk ken met de gevechtstreinen. Behalve dat op deze wijze te veel van de krachten dier menschen gevorderd wordt, is er nog een ander bezwaar. De fouriers kun nen zich eerst aan bovengenoemden taak gaan wijden, wanneer de gevechtstreinen eenmaal goed en wel in het bivak zijn opgereden en het gevecht dus geëindigd is. Vóór dien tijd mogen zij zich niet ontslagen rekenen (en zullen zij door den commandant van den G. T. ook wel niet los gelaten worden) van hun plicht betreffende de munitie-voorziening hunner compagnie. De Kwartiermeester heeft ondertusschen echter de vivres en fourages reeds verzameld en moet nu maar goedig staan wachten, tot de fouriers eindelijk komen opdagen. Niet alleen is zulks ten nadeele van den dienst van den kwartiermeester, die na tuurlijk ook nog andere diensten heeft, maar ook van den dienst naar achteren, aangezien de voertuigen hunne vrachten niet kunnen afgeven. Hoewel gedurende de Leger-manoeuvres een der kwartiermeesters op loffelijke wijze aan dit euvel tegemoet kwam door zelf de han den uit de mouwen te steken, is een verandering in den bestaanden toestand zeker zeer gewenscht. Aangezien echter uitbreiding van het personeel niet wel mogelijk zal zijn zou dan den dienst van het in ontvangst nemen en verder distribueeren van de vivres op- 1017

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 81