Van Alles Wat.
Sept. 1916.)
gedragen kunnen worden aan de sergant-majoor-administrateur, die,
bij den bagagetrein ingedeeld, n. m. m daarvoor het meest geschikt
zijn. Weliswaar zag men dit al enkele malen toepassen, doch een
bindend voorschrift daaromtrent zal beter eventueele moeilijkheden
voorkomen.
W. J. Lucardie.
Kapitein-Adjudant.
OnderiDijs en deiensie.
Uit eene gedachtenwisseling tusschen de Heeren Muurling en
Zaalberg in de „Reflector" knippen wij met groote instemming de
volgende woorden van den Heer Muurling over verband tusschen on
derwijs en defensie:
Maar dat het onderwijs b.v. zou lijden door de defensie, dat is
voor indië toch moeilijk aan te ne nen. Daartoe is de drang naar
onderwijs te overweldigend root, te veel gelijkend op eene lawine,
die alles verpletteren zal, wat haar in den weg staat
Buitendien zijn defensie, onderwijs, economische ontwikkeling
natuurlijke bondgenooten, zoodra dienstplicht wordt ingevoerd. De
Duitsche schoolmeester heeft den oorlog van 1870/'! gewonnen;
zoo is voor een Indisch mi itie-leger uitbreiding, aanzienlijke uitbrei-
ding van het aantal o iderwijs-inrichtingen, van welke soort ook, een
groot belang. Niet alleen is een ontwikkid milicien gemakkelijker tot
een goed soldaat te vormen, maar een militie-leger moet uit de dienst
plichtigen een groot deel van het kader en van de officieren voor
alle wapens hebben. Voor de marine, voor de vlootbasis, voor
militaire werkplaatsen zijn goede ambachtslieden en technisch onder
legde personen noodig; voor den economischen oorlog, die aan den
eigenlijken militairen oorlog gepaard gaat, voor de voorziening in
eigen behoeften enz. dient de Staat ook economisch en techmsch
georganiseerd te zijn De huidige oorlog heeft toch ook aan leeken
op militair gebied geleerd, dat met dopstelling van een weermacht
van voldoende sterkte het defensievraagstuk niet geregeld is.
Het defensie-belang vraagt om onderwijs en om econ imische ont
wikkeling, werkt beiden niet tegen, ook al is niet te ontsnappen aan
de ste ling, dat geld, aan leger of vloot besteed, niet voor onder
wijs enz. beschikbaar is. Maar naast andere dingen heeft de oorlog
toch ook wel geleerd de bezwaren van financiëele specialiteiten niet
te zwaar op te vatten. Waar zulke urgente behoeften tegelijkertijd
aan de deur kloppen, daar is wel een weg te vinden he i te bevre
digen, als de moed er slechts is om eene forsche fi tancieele politiek
te inaugureeren enom onnoodige uiigaven te schrappen.
1018