Van Alles Wat.
[Sept. 1916.
fllea jaeta est.
De heer J. Beumer heeft onder dezen titel in het I. M. T. van
Mei een stukje geschreven, dat m. i. menigen verklaarden tegen
stander van de officiersvereeniging uit het hart is gegrepen. Maar
het gevolg daarvan is geweest, dat in het Juni-nummer de heer
Beumer van verschillende zijden is aangevallen. Naar aanleiding
hiervan zou ik gaarne het ondervolgende neerschrijven
Het wil mij toeschijnen, dat het noch den heer van Ardenne,
noch den heer Luchsinger, noch den heer de Bakker gelukt is het
over het algemeen zeer juiste betoog van den heer Beumer te ont
zenuwen.
Een vakvereeniging, die een niet-openbare vergadering houdt
en naar aanleiding daarvan een pers-communiqué uitgeeft, is in
haar bestuur volstrekt verantwoordelijk voor hetgeen in dat uittreksel
wordt opgenomen Als dan in werkelijkheid het voorstel Weltevre
den anders is gesteld, dan weergegeven, dan heeft het bestuur hier
een ernstige fout begaan. Want juist die zinsnede als nog te trach
ten om te komen tot een fusie en als dit niet ging, dan eenvoudig
den strijd maar aan te bindenwerkt op een verklaard tegenstan
der al bijzonder prikkelend. En het is géén, of althans een zeer
ongelukkige verdediging, o n nu te betoogen, dat het in werkelijk
heid anders is geschied, dan in het comminiqué werd weergegeven.
Waarvoor geeft men dan een comminiqué uit?
Men moet ook de leden van de 1. K V. en de N. I. O. V. niet
in hetzelfde verband beschouwen. De N. I O V. is in de allereerste
p'aats zeer beslist een vakvereeniging tot verkrijging van betere
arbeidsvoorwaarden. Dat heeft de geheele opzet getoond, dat is
duidelijk gebleken uit de wijze, waarop de vereenitpng in de pers is
ingeluid, dat heeft het aangenomen dualistisch „karakter" van „ver-
eeniging ter behartiging van eigen materieele belangen en vereeniging
ter behartiging van legerbelangen" zuiver bewezen
En dit is juist altijd het m.i. krachtigste argament der tegenstanders
geweest: een vakvereeniging en een officierskorps zijn twee
absoluut heterogene zaken. Omdat, en de heer Beumer zegt dit vol
komen juist en duidelijk, de N I. O V. is een strijdvereeniging en
moet dat zijn, wil zij voor verbetering van de materieele positie
met kans op succes kunnen opkomen.
Iedere vakvereeniging en wie eenigszins op de hoogte is van het
vereenigingsleven in Europa, moet dit onderschrijven iedere
vakvereeniging, die niet si rijdt, bloedt dood. Schrijft de heer de
Bakker zelf niet. dat juist het streven naar positie-verbetering het
cement is, dat de leden bindt? En daarom maakt het geen aange-
namen indruk om, ook in het programma de hoofdzaak tot neven
zaak steeds te zien verdoezelen in den bestuursuitingen (vide het
antwoordt van d. G. F. aan den heer Muurling in de 2e aflevering
van het orgaan, punt 2e.)
De N. 1. O. V. moet strijden voor het verkrijgen van betere
10J9