Van Alles Wat. [Sept. 1916. Ongeveer 45 van de abonnés van het I. M. T. is lid van de N. 1. O V., zelfs al zouden deze allen voor een verder abonnement bedanken, dan is het, stel het eerste jaar desnoods met eenig verlies, voor de overblijvenden nog wel doenlijk om een lang bestaand tijdschrift te doen vooribestaan. Want van die £4 niet-leden zijn vrijwel zeer beslist 50°/o ook zeer besliste tegenstanders van de N. I. O. V.: er zijn in deze kwestie niet veel lauwen of onverschilligen gebleven. De onverschilligen zullen ook in hoofdzaak gezocht moeten wor den onder de niet-abonnés: er zijn en waren er genoeg, die 't onnoodig vonden een abonnement op het eenigeindische vaktijdschrift te nemen. En in dat geval zou het I. M. T. het contra tijdschrift kunnen worden en het zou in gehalte zou zeker niet behoeven achteruit te gaan. De heer van Ardenne, die zoo goedkoop mogelijk een goed tijdschrift wil hebben, vergeet dadelijk, dat een dualistisch tijdschrift, dat én orgaan én technisch tijdschrift moet zijn, onvermijdelijk kelderen moet. Of het een óf het ander het is een publicistische wet van Meden en Perzen. En ook in zijn verder betoog is de heer van Ardenne al zeer ongelukkig. De heer Beumer en ik want ik ben een met hem gelijkdenkende willen strijd, kweeken splijtzwammen can, blazen eenvoudige feiten op gaat zitten, tante! De ongelukkige uiting van de afdeeling Weltevreden, de onhandige redactie van het perscommuniqué, het feit, dat wij tegenstanders, door een dusdanige uiting min of meer geprikkeld worden, dat splijtzwamt hier! En wij zouden tegen het legerbelang en zelfs tegen de inzichten der regeering handelen Het is te naief. De regeering verleende ook goedkeuring op de statuten van de Matrozenbond en als we ons, en geheel ten rechte (vide Soerabaja) tegen dezen Bond keeren, dan handelen we tegen het legerbelang en zelf tegen de regeerings- inzichten? De regeering verleende goedkeuring op de statuten der S. D. A. P. en als wij ons daartegenover stellen, dan handelen we tegen de iegeeringsinzichten? Ik wist niet, dat onze regeeringsinzichten zóó rood waren Er is wellicht nog geen teerling geworpen, wij, tegenstanders, achten die werkelijk onnoodig, zijn te zeer overtuigd, dat ook zonder dergelijke experimenten èn N I. O. V. èn orgaan in betrekkelijk korten tijd (eenige jaren) vanzelf zullen doodbloeden, verloopen of verdwijnen. Of dat zij zich zullen consolideeren in een element, dat door het geheele officierscorps kan aanvaard worden. De foutieve opzet waarborgt ons, dat het voortbestaan in de tegen woordige gedaante slechts van betrekkelijk korten duur kan zijn. 1021 I. M. T. 1916, 66.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 85