Sept. 1916.1 Overzicht van eenioe Buitenlandsche Tijdschriften. lands kunnen blijven, nu de communicatiemiddelen voor bevels overbrenging zoo volmaakt zijn. Generaal v. Schlichting heeft dat .vroeger eens voorgesteld. De opperbevelhebber zou dan echter de voeling met zijne troepen toch verliezen; hij zou niet het juiste inzicht krijgen in hun pres tatievermogen. Nu eens zou hij het onmogelijke verlangen, dan weer zijne eischen onnoodig beneden het mogelijke stellen. De be velhebber moet den polsslag van zijn leger voelen kloppen. Nog nooit is door bevelen, ver van het oorlogstooneel gegeven, iets goeds bereikt. De telefoon brengt altijd het gevaar mede, dat onderbevelhebbers te veel bevelen vragen, dat bevelhebbers te veel bevelen geven. De oorlog op het westfront is langzamerhand een munitie-oorlog geworden. Echter is ook op de andere fronten de muntievoorziening een hoofdpunt in de oorlogvoering. Men zal tot bewegingsoorlog terug moeten keeren meent de schrijver van het artikel. Kan men niet vooruit, dan ga men voorloopig terug, met het plan keert te maken en zich verrassend op den vijand te werpen. In den huidigen oorlog is gebleken, dat men met goede troepen wel tijdelijk terug kan trekken en dat het niet zoo heel erg is, wat terrein te verliezen. Blijkens „Der Winkerdienst bei unserer Infanterie" is men in Zwitserland al evenmin als bij ons tevreden over het seinen bij de infanterie. Om daarin verbetering te krijgen, acht men hetnoodig, dat per compagnie 2 onderofficieren en 6 man dagelijks in het seinen geoefend worden, onder leiding van een door het bataljon speciaal daarvan aan te wijzen officier. Internationale Revue (Mei 1916). Onder „Frankrijk" een en ander over de zware artillerie van het Fransche leger bij het uitbreken van den wereldoorlog en de wijze, waarop Frankrijk heeft voorzien in den achterstand, dien het in vergelijking met zijn tegenstander op dit gebied had. Verder eenige gegevens over het gebruik der Fransche spoorwe gen voor troepenconcentratie in 1914, den afvoer van gevangenen en gewonden en het vervoer van het Engelsche leger. De gegevens zijn ontleend aan het officieel verslag van den di recteur der Fransche staatsspoorwegen. Eene beschouwing over de verliezen in het Fransche leger, in verband gebracht met het sinds jaren dalende geboortecijfer leidt tot de conclusie, dat juist op Frankrijk de geleden verliezen zwaar drukken en dat de weerkracht van dit land thans gezonken is tot beneden dien van 1870, zoodat de toekomst van Frankrijk na den oorlog er eenigszins donker uitziet. 1032

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 96