Oct 1916.] Een mislukte Patrouilletocht. zoodat de dwangarbeiders zwaarder bevracht moesten worden en ook de soldaten voor één dag rijst méér moesten medenemen, daar in de vervanging der verdwenen koelies niet voorzien kon wor den. Alle woningen, welke op den vorigen tocht nog best nden, waren afgebroken door de bevolking, en geen mensch of huisdier was te ontdekken. Den volgenden morgen waren weer eenige dragers weggeloopen. Onder voorwendsel, aan eene natuurlijke behoefte moeten voldoen, verwijderden zij zich en waren nadien niet meer te vinden. „Waarom ze niet beter bewaakt", zal men uitroepen. Ja, dit had wel gekend, maar men bedenke, dat daardoor de wachtdienst verzwaard had moeten worden, hetgeen zeer drukkend wordt, als men dagelijks van 's morgens half zeven tot 's middags vijf marcheert. Bovendien, zou men met het civiel bestuur, geen moeite krijgen, indien de koelies zoo noodig hardhandig werden belet de plaat te poetsen? De bevolking mocht immers zelfs vrij rondloopen, gewa pend met lans en klewang! 's Middags bij aankomst in een ander gewezen gehucht en er een bivak betrekkende, liep weer ten koelie weg, Deze deed het al heel brutaal. Doende, alsof hij „këtela" zocht, stak hij een ravijn over, Teruggeroepen veinsde hij niet te hooren, terwijl de rechte afstand slechts 50 M. bedroeg. Hij liep door, keek een eindje verder een paar malen om, doch bekommerde zich niet om ons roepen of wenken. Hem naloopen? Welja, haal een bewoner van het land in, als hij een ravijn vóór is. Een voorbeeld stellen en hem neerschieten? Dat durfde ik niet aan. Zoo dikwijls hoort men in de Tweede Kamer protesteeren, indien z. g. weerloozen worden neergelegd. 't Is typisch; instede er dankbaar voor te zijn, dat met weinig verliezen een succes wordt behaald, schijnt men er anders over te denken. Men spreekt in de Tweede Kamer nooit over verraderlijke aanvallen, waarbij de onzen het leven verliezen, maar daarentegen wel over de sympathieke vijanden, w. o. zelfs „arme onschuldige vrouwen" die door ons worden onschadelijk gemaakt. Ik deed het dus niet, aangezien ik niet de risico wilde Ioopen te worden aange- 1066

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 12