Terreinvoorstelling op kaarten.
[Oct. 1916.
Op eenkleurige kaarten komt echter de schaduw niet geheel tot
haar rech<, wijl zij door schrift en situatieteekening gestoord wordt.
„Wenn aber wie mehr und mehr geschieht, die Isohypsen braun
gedruckt werden, so ist die durch sie bewirkte Schattierung unver-
kennbar."
Terrein voorstelling in bruine hoogtelijnen komt, behalve op de
Nederlandsch-Indische kaarten, o.a. voor op de
Topographische Uebersichtskarte des Deutschen Reiches, 1. 200.000;
Topographische Karte von Bayern 1: 25.000;
Topographischer Atlas vom Königreiche Bayern 1: 50.000;
Topographische Karte des Königreiches Sachsen 1.25.000;
Neue Topographische Karte des Königreiches Württemberg,
1: 25.000;
Mapa topografico de Espana, 1 50. 000
Geologie Atlas of the United States.
Op de Japansche kaarten, op die van Noorwegen en Engelsch-
Indië en een deel der uitgave (Edizione con le curve di livello, senza
tratteggio e senza sfumo) van de Carte topografica del Regno d'Italia
op 1 100.000 komen donkergrijze hoogtelijnen voor.
Aanvankelijk zouden ook de hoogtelijnen op de wereldkaart
1 1COO.OOO bruin gedrukt worden; op de laatste conferentie te Parijs
(December 1913) werd de kleur op zwart gesteld, omdat door de
hoogtetinten, die den ondergrond vormen, de bruine kleur toch niet
tot haar recht komt.
Generaal Schulze acht de terreinvoorstelling door tranches meer
geschikt voor kaarten op grootere schaal, de voorstelling door ar
ceeringen voor kaarten op kleinere schaal, op welke alle onderdee-
len nauwkeurig voorgesteld moeten worden en die voor immer een
betrouwbaar beeld van de terreinvormen moeten geven.
Ofschoon de toepassing van de hoogtelijnenmethode geenszins
uitgesloten is, eigent zich de bergteekening in arceeringen daaren
tegen zeer goed voor militaire gebruikskaarten op kleinere schaal,
welke vlug en gemakkelijk een overzicht van het terrein moeten geven
en voor welke de uiterste nauwkeurigheid tot in bijzonderheden
geen vereischte is.
1) J. J. A. Muller. De Parijsche Wereldkaart-conferentie.
Tijdschrift van het Koninklijk Nederlandsch Aardrijkskundig Genootschap.
1073