Patrouilletroepen. (Oct. 1916. eenigd worden). De compagniescommandant is administratief ver antwoordelijk voor zijne compagnie aan den Afdeelingscommandant; verder is hij verantwoordelijk voor de oefening en opleiding van de sectie, waarbij de o.o.-instructeur is ingedeeld en waarvan hij in oorlogstijd, bij manoeuvres en wanneer hij dit verder noodig acht, als commandant optreedt. De kapitein en de vijf luitenants zijn taktisch en technisch ver antwoordelijk voor hun afdeeling aan den Brigadecommandant, die hun onmiddellijke technische chef is. Van de 6 secties bestaan twee uit Amboineezen, vier uit Inlanders. Van de vijf luitenants zijn twee of drie Inlandsch officier en commandeeren secties van hun landaard. (Een der Eur. en een der Inl. officieren kan vervan gen worden door een Onderluitenant van denzelfden landaard I0). Elke sectie bestaat verder uit 1 Eur. sergeant-reserve-comman dant, 1 sergeant van den landaard van de sectie, 27 minderen (infanteristen 1ste klasse, waarvan echter 2 minderen van de Genie kunnen zijn, terwijl hoogstens 5 infanteristen vervangen kunnen worden door korporaals), en 1 Eur. sergeant, gedetacheerd en op proef (zie hieronder). De patrouillecompagnieën nemen deel aan alle groote en leger- manoeuvres. Bovendien zullen de daarvoor 'in aanmerking komende compagnieën, bv. de 2de en 3de, enkele maanden per jaar oefenen in terreinen, die daartoe uit strategische overwegingen aanleiding geven. Enkele woorden ter toelichting of aanvulling In een leger als het onze acht ik de inheemsche landaarden het meest geschikt als minderen voor bedoelde patrouilletroepen. Wie voor deze in aanmerking wenscht te komen, moet minstens infan terist lste klas zijn; ook korporaals (overigens zonder eenig com mando in de sectie) komen in aanmerking. Bij elke sectie is ver der ter beproeving voor een eventueele vaste aanstelling een twee de Eur. sergeant (eveneens zonder commando) die bij de compag nie gedetacheerd wordt; voorafgaande speciale opleiding was nl. voor den Europeeschen landaard niet mogelijk, daar Eur. minderen niet in aanmerking komen. 10). Ik heb hier stilzwijgend aangenomen, dat minderen van eiken landaard den rang van onderluitenant kunnen bereiken. 1089

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 35