Oct. 1916.]
Patrouilletroepen.
De geldelijke voordeelen eener plaatsing bij een patrouilleccom-
pagnie bestaan daarin, dat elk mindere soldij krijgt, zooals dit in
andere betrekkingen zou geschieden na zijn e.v. verhooging. De
officieren (onderluitenants) genieten geen bijzondere toelage, slechts
krijgen zij c.q. daggelden (volgens A. O. 1912 No. 24 regeling A)
in plaats van toelagen (volgens A.O. 1912, No 24 regeling B).
ieder militair tot de patrouilletroepen behoorende, moet blijkens
een elk jaar herhaalde keuring, voldoen aan hooge eischen van
physiek en gezichtsvermogen. Niemand mag voor een plaatsing
worden voorgedragen, zonder dat zijn chef overtuigd is van een
voldoende sportieve ontwikkeling. De officieren moeten volkomen
op de hoogte geacht worden van de eischen der moderne taktiek.
De minderen moeten uitnemend schutter (vooral juistheidsschutter)
zijn. Vooral zal op bijzondere militaire eigenschappen gelet wor
den en op het spreken van daartoe in aanmerking komende buiten-
landsche en inheemsche talen. Kennis van wieliijden strekt tot
aanbeveling.
Bewapening en uitrusting bestaan uitCav. karabijn (zonder ba
jonet) met 200 patronen in platte taschjes a 10 stuks op de jas
genaaid, klewang, grijsgroene kleeding (met vilten hoed), kompas,
tirailleurfluit en bergstik; verder een speciale lichte uitrusting (brood
zak, waarop veldflesch als in het Hollandsch leger). „De compagnie
marcheert zonder ransel en zonder mantel; broodzak en tentbaan
dienen als meid alleen".
Als er ooit reden was een afdeeling met automatische geweren
te bewapenen, zou het wel zijn een dergelijke patrouilleafdeeling
kon men zich daarom eens over het bezwaar heenzetten, dat zooiets
geld kost, dan zou ik durven voorstellen aan de patrouillecompagnieën
zelfladers te geven, bv. van het systeem-Bang. >2)
11 Hoppenstedt, Die Schlacht der Zukunft, blz. 160.
12). Zonder bepaalden voorkeur voor het genoemde automatische ge
weer, dat men overigens beschreven kan vinden in Automatische Hand
vuurwapenen door Oly, blz. 172 en 173, is elk ander aut. geweer mij even
lief, mits het maar stevig is en niet te veel onderdeelen heeft (behande
ling door militairen van inheemschen landaard!) Zoo maakt ook de Kjellman-
machinekarabijn, o.a. beschreven in A. Fleck, Machiningewehre, ihre
Technik und Taktik, Jahrgang 1912. blz. 32, den indruk een handig wapen
voor patrouilletroepen te zijn.
1090