Maskernetten voor den Mitrailleur.
[Oct. 1916.
Een handbeschermer op deze wijze vervaardigd, heeft de vol
gende voordeelen:
le. Is het door de grootere hoogte van de in hun lengte liggen
de rottanstaafjes onmogelijk, dat het vleesch van den schouder in
aanraking komt met den heeten watermantel.
2e. Kan de handbeschermer ook tijdens het vervoer te paard
geplaatst blijven en wordt er geen tijd verloren bij in of uit stelling
komen.
3e. Kan asbest handbekleeding gemist worden.
4e. Is beschadiging door het verwisselen van een of meer rot-
tamibben gemakkelijk te herstellen.
5e. Is de handbeschermer, bij nette afwerking, zeker niet onsierlijk.
Bij dezen hand-(tevens schouder-) beschermer behoort nog een
lederen halsbeschermer.
Deze bestaat uit eene 1 dM. hooge lederen kap (aan de onder
zijde voorzien van eene breede lus), welke op den schouder neer
klapbaar is, en een smallen halsriem.
Nadat de halsriem van achteren door de linker van twee ter
weerszijden van den nek op de jas aangebrachte passanten is ge
stoken, wordt de halskap middels bovenbedoelde lus aan den hals
riem bevestigd. Vervolgens gaat de halsriem vóór de keel langs en
wordt onder den rechter passant door, achter in den nek met een
gesp gesloten. De passanten beletten het verschuiven van de halskap
naar achter, doordat de achterzijde van haar lus daartegen stuit.
Gedurende het vervoer van den mitrailleur op het paard, wordt
de halskap op den schouder neergeslagen en vastgehouden door
een hoog op den bovenarm aangebrachten knoop.
Moet de mitrailleur worden gedragen, dan wordt de kap opge
zet en voorkomt het verbranden van den hals. Doordat de gesp
van den halsriem achter in den nek komt, kan naar behoefte de
halskap op linker- of rechterschouder gebracht worden, hetgeen
zeer ten gerieve van den handlanger is.
Ieder der bedieningsmanschappen dient van zoo'n halsbeschermer
voorzien te zijn. Bepaalt sierlijk is hij niet, maar toch zal ieder handlan
ger hem, als onderscheidingsteeken van den mitraillist, met trots dragen.
Slechts door zich volkomen beschermd te weten tegen verbranden
door den gloeienden watermantel, zullen de bedieningsmanschappen,
1061