Uit de Practijk. (Oct. 1916. kunnen bezienswaardigheden langs den marschweg stagnatie verwekken. Veel bijzonders behoeft het niet eens te zijn. De poort van een Mohammedaansch kerkhof, een Maleisch opschrift dragen de, wist velen te verlokken dit laatste te lezen, met het gevelg, dat ieder zijn pas wat inhield. Iets, waar we bij het lezen onwil lekeurig toegeneigd zijn. Wat gebeurt er echter, als de colonne van de breede heirbaan af buigt en de marschroute een paardenpad ter verdere bewandeling aanwijst? Wel voor de infanterie wordt er eenvoudig „met tweeën" gecommandeerd Een kleinigheid niet waar en in een ommezien uitgevoerd. De colonne-lengte verandert hierdoor niet, althans het boekske doet zulks als onaanvechtbaar uitkomen. Proefondervindelijk weten we, dat dit commando wel degelijk een nawerking heeft, welke nog geruimen tijd merkbaar is, daar de diepte der colonne zich wijzigt. In elk geval verbreekt zulk een formatie-verandering de gelijkmatige marschsnelheid. Het opsteken van 2 of 4 vingers heeft meer om het lijf dan men oppervlakkig zou vermoeden. En hierin zit hem de kneep. Feitelijk draagt hiervan ons R. I. I. de schuld. Dit toch zegt, dat de lengte van eene afdeeling met vieren of tweeën uit de flank dezelfde is, of liever, hier komt het op neer. Volgens pt. 72 (le al.) „hebben bij een marsch met vieren de afstanden de grootte als door de bewegingen van punt 75 worden verkregen." Dit laatste naslaan de vindt men den overgang verklaard uit de formatie met tweeën tot die met vieren, wat genoegzaam bekend mag worden verondersteld. Ons V.V., overigens liberaler van opvatting dan onze exercitie reglementen, is bovenstaande opinie evenzeer toegedaan, hetgeen moge blijken uit de noot op blz 75. „Heeft een troepenafdeeling een geringere sterkte dan de organieke, dan moet dit in rekening worden gebracht, in dier voege, dat van de colonnelengte worden afgetrokken: voor elke 8 man in colonne met vieren of tweeën 3 M. Uit een en ander valt dus te concludeeren, dat het geen verschil in lengte uitmaakt, of een colonne infanterie met tweeën of met vieren loopt. Ten einde deze opvatting aan de praktijk te toetsen, zullen we de compagnie eens in hare bewegingen volgen. Neem een wille keurige Cie. zooals die dagelijks aangetreden staat, in bataille, netjes gericht, zoodat afstanden en tusschenruimten voorschriftmatig geno men zijn. Na het C°. „met vieren rechts om" zal het opvallen, dat in de sectiën de afdeelingen van vieren en de guides niet overal een gelijken afstand onderling hebben verkregen. De kleinere ver schillen als gevolg van ongelijken lichaamsbouw buiten beschouwing gelaten. Deze is tusschen de dubbelrotten van eenzelfde brigade tweemaal zoo groot, als dien van den voorsten guide tot de eerste afdeeling van vieren zijner sectie. Eerstgenoemde afstand bedraagt ook het dubbelp van dien tusschen het achterste rot eener brigade—zoo dit 2017

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 65