Oct. 1916. J ÜlT DE Practijk. liepen te bewerken, omdat het hen blijkbaar niet snel genoeg naar den zin ging. Ik ben er stellig van overtuigd, dat het vergrooten van den af stand achter elke eenheid, gezien de voordeelen, als resultaat zou hebben, dat per marschdag ettelijke palen meer verslonden zouden kunnen worden. De troep blijft nochtans beter in conditie. In een sneltrein reist men niet alleen sneller, doch ook aangenamer dan per boemel. Bij bovenstaande beschouwingen heb ik in het oog gehouden de scheiding, welke ons V. V. maakt in„Marschen buiten het bereik van den vijand" en „Oorlogsmarschen". Evenals het nu ook moge lijk is de marschdiepte te verminderen, indien de tactische toestand zulks gebiedt, kan dat in het voorgestelde geval immers eveneens gebeuren. Echter zal deze inkrimping wel immer tot het laatst bewaard blijven, n.l. als een ontmoeting te verwachten is. Hoevele dagen heeft het detachement dan wellicht reeds op minder ver moeiende wijze geloopen en kan hierdoor meer geleistet hebben? Nu we het toch over V. V. 168 hebben, nog iets omtrent (3), waar wel eens meer nadruk opgelegd mag worden. Gelijk we boven reeds bespraken, wordt herhaaldelijk tegen dit punt gezondigd en tracht men verloren gegane afstanden bij voorkeur te herstellen, door het opvoeren der marschsnelheid, of door op de rusten te beknib belen. Zoo kwam het bij de onlangs gehouden brigade-manoeuvres voor, dat er Cicn. nog enkele minuten na het signaal halt voort- slenterden, alvorens de menschen aan den kant van den weg hunne horizontale projectie mochten zoeken. In het bijzonder was zulks het geval met de gelukkigen aan den staart, wanneer de brigade in marschcolonne met tweeën liep. Bij sommige onderdeelen heerschte blijkbaar de opvatting, dat ze eerst netjes opgesloten moesten zijn, voor er aan rusten gedacht kon worden. Na zoo'n (be-)korte rust begon dezelfde lijdenstocht op nieuw, d. w. z nu stonden ze achter aan eerst zoo lang den pas te markeeren tot er plaats kwam. Waartoe dient dat eigenlijk? Kan niet even goed op het blazen van halt, alles tegen de bermen van den weg neervallen? Aldus rust tenminste iedereen even lang. Tot slot nog de vraag, of het niet langzamerhand tijd wordt het sub (4) genoemde uit het V.V. te schrappen. „Bij een troepen macht, die uit Europeanen en Inlanders bestaat, marcheert een af- deeling Inlanders aan het hoofd". We hebben tegewoordig immers guides, die voor het tempo zorg dragen. Op een buitenstaander zou het waarlijk den indruk maken, of onze trotsche Jannen-sectiën gewoon niet te houden zijn. N. d. M. 2022

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 70