Van. Alles Wat. [Oct. 1916. sympathieken arbeid en hopen van harte, dat hij financiëel in staat gesteld moge worden om zijn met de arbeidsbeurs aangevangen liefdewerk met de oprichting 'van het door hem voorgestelde door gangshuis te bekronen. Red. In de Mei-aflevering van het I. M. T. gaf ik een overzicht van de vermoedelijke plannen van het Legerbestuur voor de verdediging van Java met de thans ter beschikking zijnde middelen. Ik gaf dus geene uiteenzetting van eigen plannen of denkbeelden, ik gaf uitsluitend een overzicht van hetgeen langs den weg der redeneering en met behulp van verschillende feiten omtrent de plan nen van het Legerbestuur is vast te stellen. Naar aanleiding van dat overzicht veroorlooft de Heer Th. V. Ar- denne zich in Afl. 10 van het Orgaan van de N. I. O. V. o. m. te schrijven: „De Franschen zouden bij het lezen van een stuk als dat van Kapitein Muurling uitroepen „nous sommes trahis"." Commentaar op deze hoogst ongelukkige uitlating is zeker over bodig om den schrijver te doen zien, dat hij haar zoo gauw mogelijk dient in te trekken. De Hr. v. A. vervolgt ironisch: „Wij niet; integendeel, de kustbewoners moeten daardoor „ge meenzaam worden met het denkbeeld", dat zij denkelijk zonder slag of stoot zullen overgeleverd worden aan een eventueeien indringer, met alle gevolgen daaraan verbonden". En die genede aanloop dient om aan te prijzenniet vechten aan de kust, z >oa!s uit het voorgaande zou volgen, maar den guerilla-oorlog. O, logica! W. M. Giiiige Gassen. In de Nederlandsche illustraties staan prentjes van gasmaskers voor het Nederlandsche Leger. Dadelijk rijst de vraag: „Hebben wij van die maskers?", maar moet de vraag: „Hebben wij van die gassen?" eigen ijk niet eerder gesteld worden? Aanval toch gaat boven verdtdiging! SS. 2025

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 73