Een mislukte Patrouilletocbt. m$ï> In 1939 als detachementscommandant te Paloe geplaatst, bleek mij al spoedig, dat daar nog zeer weinig gepatrouilleerd was. De militairen maakten marschen naar Koelawi tot aan het meer van Lindoe en keerden dan weer terug langs denzelfden weg. Zelfs de kampongs in het dal van de Paloerivier waren nog niet alle be zocht; de militairen kenden de namen daarvan nog niet, laat staan de wegen er heen. Dadelijk begon ik de streek in de buurten van mijn standplaats te doorloopen, ten einde zoo spoedig mogelijk het terrein te leeren kennen en in kaart te brengen. Patrouilleschetsen waren er niet, behalve van den weg naar het Lindoemeer. Paloe had reeds jaren lang een detachement, en werd beschouwd als volkomen gepacificeerd. Dit laatste liet echter nog al veel te wenschen over, want heerendiensten worden bijna niet verricht en belasting niet opgebracht, behalve dan door de kampongs, welke in den omtrek van bovengenoemden weg gelegen waren. Registratie had zoo goed als niet plaats gehad en daardoor was bijna geen controle mogelijk op de bevolking. In Zuid-Celebes, waar ik vóór dien geweest was, werden de pa trouilles ook benut tot het nagaan van de heerendienstplichtigen en tot het oppakken van allen, die zich aan de registratie hadden onttrokken. Hier niets van dat alles. Doelloos moesten de patrouilles blijven rondzwerven; het maken van schetsen van het land en een weinig studie van de volkszeden en- gewoonten was dan ook het eenige, dat het eentonige van dergelijke patrouilletochten een weinig brak. Zooals gezegd, toch werd Paloe beschouwd als absoluut onder worpen en ons vreedzaam gezind, zoo zelfs, dat mij naderhand door mijn chef werd gevraagd, of het detachement van 50 man, dat hier geplaatst was, kan worden opgeheven. Ik adviseerde afwijzend; integendeel met het oog op den algemee- nen toestand en om in verband daarmede meer brigades tegelijk 1063

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 9