Van alles Wat.
Nov. 1916.]
Generaal Percin.
Velen artilleristen zal het lot van dezen generaal interesseeren, van
wien in het begin van den oorlog beweerd werd, dat hij gefusilleerd
was. Volgens een bericht in deNwe Rott. Crt. heeft Percin onl2ngs
nog van zich doen hooren. Wij laten het entrefilet hier volgen
Generaal Percin, een Fransch generaal, die na den slag bij Char
leroi van zijn commando is ontheven, schrijft in l'Humanité het
volgende (blijkens de Duitsche vertaling ervan, die wij in de Köln.
Ztg. vinden):
„Iedereen in het Fransche leger wist, dat de Duitschers om ons
aan te vallen door België zouden marcheeren. Alles wees daarop,
zoowel de aanleg van hun spoorwegnet als de wenschen, geuit door
hun schrijvers over militaire onderwerpen. Maar den indringer
stonden twee wegen opende rechter- en de linker-Maasoever.
Daarover waren de opvattingen verdeeld. De opmarsch op den
rechter- Maasoever werd verwacht door een bepaalde groep Fransche
militairen, o. a. de generaals Bonnal, Maitrot en Malaterre, en ook
kolonel Boucher. Zij geloofden, dat Duitschland ons met ten hoogste
22 legerkorpsen zou aanvallen. Ook Buat had dien aanval voor
speld in zijn veelgeciteerd geschrift over den Duitschen opmarsch.
Volgens die studie zouden de 130,000 Duitschers zich verbreiden
van de Noordoostgrens van Frankrijk bij Mezières tot Hoei en
Namen. De opmarsch aan den linker-Maasoever hadden (volgens
Bernhardi en Falkenhausen) de Belgische generaals Brialmont en
Déjardin voorspeld, en de Fransche generaals Séré de Rivière,
Béziat Herment en vooral André, die (als minister van oorlog)
in 1901 Rijssel inspecteerde en de verdere ontmanteling van die
plaats belemmerde. (Generaal Percin was, vóór zijn ontslag, het
laatst vestingcommandant van Rijssel.) Verder werd de opmarsch
aan den linker-Maasoever verwacht door de Fransche kolonels
Grouard en Picard en door nog vele anderen. Volgens hen [zouden
de Duitschers bij Luik de Maas overgaan, om daarna over Char
leroi en Bergen tegen Valenciennes en Parijs op te rukken, vóór de
in Noord- en Noordoost-Frankrijk opgestelde Franschen den tijd
zouden hebben gehad de noodige frontwijziging uit te voeren.
Dien opmarsch hebben de Duitschers blijkens een communiqué
van 4 December 1914 met 34 legerkorpsen, w o. 13 reservekorp
sen, werkelijk ondernomen. Echter hadden enkel die Fransche
militairen daarop kunnen rekenen, die aannamen, dat Duitschland
onmiddellijk zijn reserves in de eerste linie zou sturen."
M.
1§44