1?) If) i Ouerzichf uan Dederlandsehe militaire Tijdschriften. De Militaire Spectator No. 7. In het artikel „Over sectiën, groepen en verspreiden" komt de schrijver, uitgaande van de axioma's, dat de verspreide orde ook in toekomst de hoofdstrijdvorm zal blijven en dat er een kleinste ge sloten eenheid moet bestaan, waaruit de tirailleurlinie wordt ontwik keld, tot de conclusie: 1. De sectie mag eene sterkte van 25 man niet te boven gaan. 2. De sectie mag in beginsel geen splitsing in groepen ondergaan. 3. Bij den overgang van de gesloten tot de verspreide formatie en omgekeerd, moet, evenals zulks nu reeds gedurende het vuurge vecht noodzakelijk is, de individualiteit van den man tot haar recht komen. Het tegenwoordige verspreiden acht schrijver te schoolsch; gebruik makende van en doorgaande op den geest van samenwerking, welke door middel van exercitiën en sportspelen zich heeft ontwikkeld, moet den menschen worden geleerd zich snel in elke richting te verspreiden, de sectiecommandant in het midden, de guides op de vleugels. Eenige schetsen lichten schrijvers bedoelingen toe. De lste Luitenant der Infanterie I. Schoon levert vervolgens eenige beschouwingen over „De Remonteering als organisatievraagstuk". Het doel, dat bij de remonteering van het leger dient te worden nagestreefd, kan als volgt worden geformuleerd: 1. Ons leger terstond bij mobilisatie de beschikking te geven over de paarden noodig om de volledige marsch- en gevechtsvaardigheid van af het eerste oogenblik te verzekeren. 2. De aanvulling der legerpaarden van af het eerste oogenblik af volledig te waarborgen. In het Nederlandsche leger wordt toegepast het z. g. Cavaleriesy- steem, waarbij de oorlogssterkte aan geoefende en getrainde paarden steeds in de stallen aanwezig is (duur en onvoldoende, omdat er geen reserve van dergelijke paarden is) en het z. g. artilleriesysteem, waarbij de in vredestijd ontbrekende paarden door vordering en aankoop bij mobilisatie verkregen wordt (goedkooper, doch ook zeer verre van voldoendevolledige marsch- en gevechtsvaardigheid is niet van den aanvang af verzekerd). 1248

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 114