Iels ouer de uerpieging Dan bet Dederland= sche ueldleger tijdens de mobilisatie 1914—1915. Als aanvulling van het vermelde op bid. 371 van het wetenschap pelijk jaarbericht der 1. K. V. jaargang 1915 het volgende. Op 1 Augustus 1914 werd de Etappendienst ingesteld. Als Direc teur trad op een Kolonel van den Generalen Staf, toegevoegd aan het Hoofdkwartier in Den Haag, de Etappen Inspectie werd geves tigd te Rotterdam, onder bevel van den toenmaligen Directeur der H. K. S. Onder dezen hoofdofficier werd een Kap tein-Intendant chef van den verplegingsdienst, wiens taak was als Etappen Inten dant (E. Ihet gedeelte van het veldleger, dat onze grenzen in het Zuiden van het land moest bewaken, dagelijks van de noodige leeftocht te voorzien. In tijd van vrede reeds voor die taak aangewezen, waren dien officier toegevoegd één zegge één luitenant-Kwartiermeester en twee onderofficieren. Het bleek al dadelijk, dat deze vier personen met den besten wil der wereld onmogelijk deze veelomvattende taak ook maar tot een eenigszins dragelijk einde kon brengen, en binnen eenige dagen beschikte de E. I. over een staf van offi cieren, meerendeels Intendanten en adspirant intendanten. Rotterdam werd de Regelings-Etappenplaats (R. E. P.), van waar uit al spoedig het halve veldleger (2 divisien) moest worden voorzien. Aldaar beschikte men over een deel van het pand St Job als magazijn, vier groote broodfabrieken, een deel van het gemeente abattoir en een autopark. Het personeel van den E. I. bestond na eenige maanden uit de volgende officieren en burger personen. 1 Kaptein der Intendance met 2 luitenants der Mil. Adm. voor de vleeschvoorziening. 1 Kapitein der Intendance, aan wien toegevoegd een mil paar denarts voor hooi aankoop. 1 Luitenant der M. A. voor de nieelvoorziening. 2054

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 20