Spionnage en geheime dienst.
[Nov. 1916.
kostbare berichten zouden brengen, in 't bijzonder omtrent de door
den vijand aangelegde versterkingen.
Na Napoleon zijn het wel de Duitschers geweest, die het best
hun inlichtingendienst met de hun eigen grondigheid hebben geor
ganiseerd, vervolmaakt en uitgebreid.
De eigenlijke stichter en organisator van den Duitschen geheimen
dienst in 't algemeen is geweest Stieber, die van 1850 tot zijn dood
in 1892, met eenige tusschenpoozen, in verschillende functies in
dien dienst werkzaam was.
Stieber werd geboren in 1818 te Merseburg uit bemiddelde ouders,
die hem een opleiding deden geven in de rechten. Zijn eerste op
treden valt in het rumoerige jaar 1848. Stieber treedt in dat jaar
in het openbaar op als revolutieprediker, eerst in Silezië, later te
Berlijn: in 't geheim fungeert hij echter als stille verklikker in dienst
van den chef der politie, terwijl hij mede deel uitmaakt van de ge
heime politie, die voor de persoonlijke veiligheid des konings had
te zorgen en als zoodanig, behalve de revolutionaire elementen,
evenzeer de leden van het vorstelijk huis, verschillende hoog-adel-
lijke personen, de ministers en zijn eigen chef, den chef der politie,
in het oog moest houden.
In 1850, na de afkondiging van de nieuwe Pruisische grondwet,
wordt Stieber door den koning benoemd tot chef van de geheime
politie, welke betrekking hij bekleedde tot 1855, toen hij moest
aftreden op aandringen van den prins van Hohenlohe, die als man
van meer liberale neigingen bij zijn optreden als minister een eind
wilde maken aan de ondragelijke politioneele verdrukkingen,
waartoe Stieber's spionnagestelsel had geleid.
Van 1855 tot 1864 is Stieber in dienst van de Russische geheime
politie.
In 864 presenteert hij opnieuw zijn diensten aan Bismarck, die
in 1862 als hoofd van het Pruisische ministerie was opgetreden.
Bismarck durft de liberale meeningen in den lande niet in die mate
te trotseeren, dat hij Stieber opnieuw in den dienst der politie op
neemt, doch bezigt hem voorloopig als spion in Boheme.
Van 1864 tot '66 doorloopt Stieber in verschillende vermom
mingen, als marskramer e. d., het geheele operatietooneel van den
1173