Nov. 1916.] Spionnage en geheime dienst. veldtocht tegen Oostenrijk, plaatst overal zijn handlangers en ver zamelt een schat van kostbare gegevens. Gedurende den oorlog van 1866 treedt Stieber op als chef van de politie te velde. Daarna, in Augustus 1866, ontvangt hij den titel van „Geheimer Rath en wordt geplaatst aan het hoofd van de Pruisische politie. Deze belangrijke betrekking wordt, tot October 1869, onderbroken door 4 reizen naar Frankrijk, die Stieber ondernam vergezeld van zijne 2 agenten Zernicki, een Pool, en Kaltenbach, een Badenser, met het doel om het spionnagestelsel in Frankrijk te reorganiseeren. In 1870 '71 vergezelt hij, met de even genoemde agenten, het Groote Hoofdkwartier, als chef van de politie te velde, tevens be last met den inlichtingsdienst. Na den oorlog blijft Stieber werkzaam als chef van den binnen- en buitenlandschen geheimen dienst tot zijn dood in 1892. Gaan we thans na in groote lijnen, hoe de Duitsche geheime dienst gewerkt heeft en nog werkt. In 1850 ontwierp Stieber voor den Pruisischen koning Friederich Wilhelm het plan voor een nieuwe organisatie, waarvan het tot op den huidigen dag gehandhaafde grondbeginsel was, dat de geheime dienst voortaan niet meer, als tot dusverre, een onderdeel van het leger zou vormen, maar een afzonderlijk gemoderniseerd dienstvak met een eigen beheer, onder een eigen chef, en dienende om niet alleen de inwendige, doch ook de uitwendige veiligheid van het rijk te waarborgen. In 1854 werd aan de uitoefening van den geheimen dienst in het buitenland een begin van uitvoering gegeven. Uostenrijk, Bohemen, Saksen, Luxemburg en Frankrijk waren de landen, waar die dienst werd ingesteld. In 1855 verleende de Rijksdag voor dat doel een crediet van 4; f 150.000. In 1866 was voor die post op de begrooting uitgetrokken 4 f 293.000, welke som in October van dat jaar, ten behoeve van de reorganisatie van den geheimen dienst in Frankrijk, werd verhoogd tot 4 f624.000. In Frankrijk had de Pruisische geheime dienst reeds sedert 1854 op vele punten van het vermoedelijke operatietooneel van een oorlog vaste mannelijke geheime agenten gevestigd als winkeliers, kappers, café- en hotelhouders, plaatskaartenverkoopers, effectenhandelaars, kelners, portiers, actrices, dames van de heele en van de halve rrstï r, :r -••w t. m. 4 - i. 1174

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 40