Spionnage en geheime dienst. [Nov. 1916. wereld, enz. enz In 1856 moet hun aantal ongeveer 1850 hebben bedragen. Na de 4 reeds genoemde reizen van Stieber in Frankrijk werd de geheime dienst in dat land uitgebreid en gereorganiseerd. De toen gestichte organisatie kwam op het volgende neer. Het gedeelte van Frankrijk, waar de spionnen hun werk moesten uitoefenen, werd verdeeld in 4 gewesten, elk met een inspecteur aan het hoofd. De in-pecteurs werden gevestigd buiten Frankrijk, nl. te Brussel, Lausanne, Genève en Berlijnze waren belast met het in ontvangst nemen van de berichten en de controle op de vaste geheime agenten. In de rapporten, die Stieber uitbracht na zijn reizen, acht hij een uitbreiding aan vaste spionnen noodig van: 4000 a cOCO landbouwers; 7C0 a 900 vrouwelijke bedienden, bij voorkeur weduwen of jonge meisjes voor bars, café's en hotels; 603 a 700 oud-onderofficieren met ecmige lagere schoolontwikke ling om dienst te nemen op Fransche kantoren van handel en nij verheid; 46 jonge, mooie Pruisische meisjes als bedienden in de cantines van de Oostelijke garnizoenen; 200 andere vrouwelijke bedienden, die geplaatst moesten worden als kinderjuffrouw of iets dergelijks in dienst van personen van den goeden middenstand, als doktoren, rechterlijke ambtenaren, offi cieren, enz. en in die weinig gefortuneerde kringen zeer gezocht waren, daar ze, naast haar zorg voor huishouding en kinderen, aan deze laatsten ook het eerste onderwijs konden geven in de Duitsche taai, wat dus goedkoop uitkwam. Men schat, dat bij het uitbreken van den oorlog in 1870 zich 4; 30.000 Duitsche spionnen in Frankrijk bevonden. Gedurende dien oorlog was Stieber, als chef van de politie te velde, toegevoegd aan het „Bureau Inlichtingen" van den Pruisischen generalen staf. Zijn taak vinden we omschreven als volgt 1. Bewaking van vreemdelingen in en om de hoofdkwartieren. 2. Controle op brieven en couranten naar de van hoogerhand ontvangen aanwijzingen. 3. Controle en bewaking van de dagbladcorrespondenten, die gemachtigd waren het Hoofdkwartier te volgen en zoo noodig het 1175 4

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 41