Nov. 1916.)
opstellen van berichten en telegrammen in een door den Generalen
Staf aangegeven zin.
4. Eventueele bewaking van bepaalde, door den Generalen Staf
of door den opperbevelhebber aangewezen personen.
5. Persoonlijke beveiliging van den opperbevelhebber en andere
hooge personen van het Hoofdkwartier.
6 Het verstrekken van inlichtingen omtrent opstelling, sterkte
en bewegingen van elk der vijardehjke legergroepen.
7. Het verstrekken van inlichtingen omtrent den leeftijd, het
karakter en de reputatie van vijandelijke bevelhebbers.
8. Het verstrekken van inlichtingen omtrent belangrijke gebeur
tenissen, de stemming der bevolking en de aanwezige hulpbronnen
in de streken, die de Duitsche legers moesten doortrekken.
9. Het in dienst nemen van personen, in staat om nuttige in
lichtingen te geven.
10. Het nemen van maatregelen om bepaalde, hem aangewezen
personen een veilig onderdak te verschaffen en hen daar te bevei
ligen
Ten behoeve van den tegenwoordigen Duitschen geheimen dienst
moet op de begrooting niet minder dan een bedrag van 12 mil-
lioen gulden compareeren.
De tegenwoordige Duitsche geheime dienst in het algemeen is
verdeeld in 3 afdeelingen: een voor het Leger, een voor de Vloot
en een voor personen in 't algemeen. De leger- en vlootafdeelingen
worden gecontroleerd door den grooten Generalen Staf te Berlijn,
de afdeeling voor politiek en personen door het Ministerie van Bui-
tenlandsche Zaken, door den Keizer zelf of zijn onmiddellijken per
soonlijken raadsman
De organisatie van den Duitschen geheimen dienst in het buiten
land, zooals ze door Stieber werd in het leven geroepen- heeft, met
eenige kleine wijzigingen - voortbestaan tot aan den tegenwoordigen
oorlog. S dert 1875 is het militaire element er geheel uit wegge
nomen. De spionnen doorloopen een cursus, waarin hun de noodige
militaire positieve kennis wordt bijgebracht, hun geheugen en op-
me kingsgave wordt geoefend. De indeeling in gewesten van het
Westelijk operatietooneel werd een:gszins gewijzigd; alleen Brussel,
Lausanne en Genève bleven bestaan als centra van inlichtingen, Ber-
1176