Spionnage en geheime dienst. Nov. 1916.] ingang eene zindelijke stapelplaats, waarbij eene kaart, aangevende elk huis, elk pad en bivakplaatsen voor alle troepen. Officieren van gezondheid gingen de colonnes vooruit, onderzochten elke bron en elke beek en voorzagen deze van de noodige aanwijzingen. Wee den soldaat, die zijn dorst leschte met ongekookt water uit eene verboden bron. Zelfs vóór de landing te Chemulpo hadden een aantal mannen in burgerkleeding zich kalmweg naar de nabijzijnde dorpen be geven. De aldaar woonachtige Japanners kwamen plotseling, .gek'eed als koelies, doch met model-geweren en bajonetten gewa gend, te voorschijn Hun leider trok zijne officiersuniform aan «en nam bezit van een groot gebouw, tempel of paleis. Groote voorraden voedingsmiddelen en kleeding kwamen dan als het ware uit den grond te voorschijn. Hier zag men een berg roode dekens, daar een stortvloed van koelievrachten rijst; op eene andere plaats werd slachtvee van vijftig mijlen ver aangevoerd. Te Thosan was men bezig met het slachten van kippen en te Anhop met het verzamelen van varkens, terwijl de voorhoede nog tachtig mijl achter was." Bij het uitbraken van den oorlog was een dicht net van Japansche spionnen over het oorlogsterrein uitgespreid, zoodat de Japanners steeds uitstekend ingelicht waren, in tegenstelling van de Russen, die ook op dat gebied alles op de meest zorgelooze manier hadden verwaarloosd. Hun gebrek aan cavalerie wisten de Japanners op uitstekende wijze te verhelpen door voor hunne colonnes uit reizende burgerspionnen te gebruiken. Talrijk zijn ook de verhalen van het gebruik van spionnen door de japanners voor Port-Arthur, waar bijv het vuur op de in de haven liggende Rusische oorlogs schepen geleid werd met behulp van waarnemers in Chineesche jonken, die hunne waarnemingen door afgesproken seinen en manoeu vres aan de Japanners kenbaar maakten Na den Russisch-Japanschen oorlog heeft de Japansche inlichtings dienst zich uitgebreid over geheel Oost-Azië, Australië en de Vereenigde Staten van Noord-Amerika. Tal van japanners vindt men in die streken verspreid, al is het niet altijd met het vooropgezette doel om Ie spionneeren, maar omdat hun eigen land niet voldoende op levert om hun een behoorlijk bestaan te verzekeren Zijn ze eenmaal in den vreemde gevestigd, dan toonen zij, naast hun gehechtheid 1182

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1916 | | pagina 48